Baby en kind

Duimen

Duimen
Duimen
Baby’s hebben een sterke zuigbehoefte. Die zuigbehoefte is nodig om hun voeding binnen te krijgen. Maar ook voor de ontwikkeling van de kaak en het gevoel in de mond. Daarnaast biedt het zuigen aan de borst ook troost. Wanneer mama niet in de buurt is, pakken veel kindjes daarom hun duim. Sommige baby’s zijn helemaal voldaan na hun borst- of flesvoeding. Andere blijven een sterke zuigbehoefte houden, ook buiten de voedingen om. En omdat mama’s nou eenmaal niet de hele dag met hun baby aan de borst kunnen zitten, kan een speentje of duim tijdelijk uitkomst bieden.

Gewoonte

Na zes maanden wordt behoefte om ergens op te zuigen minder. Het duimen en sabbelen is dan meer een troostmiddel geworden. Het sabbelen geeft een gevoel van ontspanning, geborgenheid en veiligheid. Bij nog oudere kinderen wordt duimen of sabbelen echt alleen nog een gewoonte, omdat ze andere manieren hebben gevonden om zichzelf te troosten of om te ontspannen.

Ontwikkeling mondspieren

Het is verstandig om het duimen of het sabbelen op een speen af te leren als de eerste tandjes doorkomen. Het zuigen op een duim of speen is niet goed voor de stand en de groei van de tanden. Daarnaast remt het de ontwikkeling van de mondspieren, waardoor het kind meer last kan krijgen met het leren praten. Een ander probleem is dat kinderen die veel op hun duim of speen sabbelen minder goed door de neus ademen. De neus zuivert de lucht van buitenaf, zodat bacteriën en virussen minder kans krijgen. Bouw fopspeen- of duimzuigen in elk geval af vóór de leeftijd van drie jaar. Zo kunnen de tandjes zich nog spontaan corrigeren.

Duimen afleren

Wanneer je kind wat ouder is, is het lastig om duimzuigen af te leren. Daarom is het belangrijk dit, zo vroeg mogelijk, stapsgewijs te doen. Zo kun je als eerste beginnen de duim uit de mond te halen zo gauw je kindje slaapt. Op die manier beperk je de gevolgen van het duimzuigen. Om het duimen echt af te leren heb je de medewerking van je kind nodig. Kies daarvoor een rustige periode. In een drukke en stressvolle periode heeft het kind extra veel behoefte aan de troost van zijn duim. Wanneer je kind ook overdag duimt, kun je starten met het praten over het duimen. Je vertelt waarom duimen niet goed is, en gaat samen oefenen met het afleren van het duimen overdag. Om het kind extra te stimuleren kun je werken met een sticker- of complimentenkaart. Bied je kind daarnaast andere manieren om rust en troost te vinden. Neem hem of haar even lekker op schoot en lees een boekje voor of zorg voor een leuke afleiding door samen een spelletje te doen. Wanneer het kind overdag niet meer duimt, kun je gaan werken aan het duimen in de nacht. Je kunt je kind helpen door bijvoorbeeld een pleister om zijn of haar duimpje te doen. Op die manier is duimen een stuk minder prettig.

Troost

Duimen is lastig af te leren. Accepteer dat het je kind troost biedt. Maar ga er wel verstandig mee om. Probeer je kind stapje voor stapje bewust te maken van de negatieve gevolgen van het duimen. Op die manier kun je er samen met je kind aan werken.