Bevalling

Complicaties tijdens de bevalling

Complicaties tijdens de bevalling
Complicaties tijdens de bevalling
Natuurlijk ga je ervan uit dat jouw bevalling vlekkeloos verloopt. En dat geeft een fijn en geruststellend gevoel. Hoewel het niet leuk is om erover na te denken, kan het ook tijdens de bevalling soms misgaan. In de meeste gevallen loopt dit gelukkig goed af. Maar soms kunnen onverwachte complicaties ook leiden tot nare gevolgen.

In Nederland zijn we voorzien van een heel goed zorg- en controlesysteem voor zwangere vrouwen. Hierdoor verlopen de meeste bevallingen zonder bijzondere complicaties. Toch kunnen er tijdens de bevalling verschillende onverwachte complicaties optreden. Natuurlijk willen we je niet bang maken. Toch is het goed dat je iets weet van deze complicaties tijdens de bevalling. Want mocht het bij jou misgaan, dan weet je in elk geval waar je aan toe bent.

Afwijkende ligging baby

Tijdens je zwangerschap wordt je baby goed in de gaten gehouden door de verloskundige of gynaecoloog. Voor je bevalling is het nodig dat het kindje goed met het hoofdje naar beneden in je bekken ligt. Zeker in de laatste weken van je zwangerschap controleert de verloskundige daarom regelmatig of je kindje goed is ingedaald en wat de exacte ligging van je kindje is. Wanneer je kindje niet met het hoofdje naar beneden ligt, is er sprake van een stuit- of dwarsligging. Bij een stuitligging, liggen het kontje of de voetjes van je kindje voor de ingang van de baarmoeder. Bij een dwarsligging ligt de baby letterlijk ‘dwars’ in je baarmoeder. In het geval van een stuit- of dwarsligging, zal de verloskundige je kindje nog voor de bevalling proberen te draaien. Wanneer dat niet lukt, zul je waarschijnlijk via een keizersnede bevallen. Lees voor meer informatie ook ons artikel over het draaien van je baby.

Problemen met de placenta of navelstreng

De placenta en de navelstreng vormen tijdens de zwangerschap de belangrijkste levensbron van je kindje. Tijdens de bevalling kunnen ze echter in de weg gaan zitten. Wanneer de placenta of de navelstreng voor de uitgang ligt, kan je kindje niet goed naar buiten. Bovendien is er dan kans op een bloeding. Daarnaast kan er een knoop in de navelstreng van je kindje zitten of is de navelstreng om het nekje van je kindje gekomen. In de meeste gevallen lopen deze complicaties gelukkig goed af en kan de verloskundige tijdig ingrijpen.

Baringskanaal wijkt af

Bij de meeste vrouwen ziet het baringskanaal eruit als een smal, lang gangetje naar buiten toe. Bij enkele vrouwen heeft dit kanaal echter een vorm die afwijkt dan die van andere vrouwen. Zo kan het bekken bijvoorbeeld een andere vorm hebben, of zelfs smaller zijn dan normaal. Deze zogenaamde vernauwing kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een tumor. Daarnaast kan ook een volle blaas of obstipatie leiden tot een vernauwing in het baringskanaal. Soms kan de baby door deze afwijkingen niet door de ingang van het bekken naar buiten. Wanneer dit het geval is kan het zijn dat de baby geboren moet worden via een keizersnede.

Extreem bloedverlies

Het is vanzelfsprekend dat er tijdens en na de bevalling sprake is van bloedverlies. De placenta laat los, en zorgt voor een wond aan de baarmoederwand, die gaat bloeden. Dit is heel normaal. Maar wanneer het bloedverlies zo hevig is dat je er niet lekker van wordt, kan dit wijzen op andere (ernstige) complicaties.

De baarmoeder trekt onvoldoende samen

Zo kan het zijn dat je baarmoeder niet genoeg samentrekt na de geboorte. Normaal gesproken trekt je baarmoeder zodanig samen dat je bloedvaten goed afgeknepen worden om verder bloeden te voorkomen. Dit is een proces dat door de natuur is ingegeven. Wanneer je baarmoeder onvoldoende samentrekt, blijf je dus bloeden. In dat geval dient de verloskundige medicatie toe die het samentrekken van de baarmoeder stimuleert, zodat het bloeden ophoudt.

Stollingsstoornis

Naast het onvoldoende samentrekken van de baarmoeder kan er ook sprake zijn van een stollingsstoornis. Een stollingsstoornis komt bijvoorbeeld voor bij ernstige bloedarmoede of een stollingsafwijking. Het betekent dat je bloed niet goed stolt, waardoor het blijft lopen. In dat geval zal de arts of verloskundige direct met medicatie moeten ingrijpen.

Vleesboom op baarmoeder

Sommige vrouwen bevallen terwijl er nog een vleesboom in de baarmoeder aanwezig is. Zo’n myoom kan tijdens een keizersnede soms ongecontroleerd beginnen te bloeden. In uitzonderlijke omstandigheden moet de baarmoeder weggehaald worden om de overlevingskansen van de moeder te garanderen.

Restant placenta

Overmatig bloedverlies kan ook veroorzaakt worden door een achtergebleven rest van de placenta. In dat geval dient deze rest zo snel mogelijk (operatief) verwijderd te worden.

Vruchtwaterembolie

Een zeldzame, maar zeer gevaarlijke complicatie tijdens de bevalling is een vruchtwaterembolie. Een embolie is de afsluiting van een slagader of een ader. Door een embolie wordt de bloedtoevoer door de aderen verstoord. Bij een vruchtwaterembolie komen er bij de bevalling vruchtwater, cellen van de foetus en/of haar in de bloedbaan van de aanstaande mama terecht. Je bloed reageert hier allergisch op. Vaak is deze allergische reactie zo heftig, dat het levensbedreigend is. Een vruchtwaterembolie kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden doordat de vliezen scheuren en er gelijktijdig een scheur ontstaat in een van de bloedvaten van de baarmoeder of baarmoederhals. In de meeste gevallen leidt een vruchtwaterembolie tot sterfte van de moeder. Daarnaast veroorzaakt het zuurstoftekort in de hersenen bij kindjes en vaak een hersenverlamming (ziekte van Little).