Apgar score
Hoewel je kindje nog niet op school zit, krijgt het direct na de geboorte al de eerste rapportcijfers mee; de zogenaamde apgar score. Met deze test checkt de verloskundige, gynaecoloog of kinderarts of je kindje de bevalling goed heeft doorstaan. De apgar score wordt één minuut na de geboorte getest. Daarna wordt de test vijf en tien minuten na de geboorte herhaald. Zo krijgt je kindje rustig de tijd om even bij te komen van de bevalling, en zijn lichaampje aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De apgar score bestaat uit vijf belangrijke onderdelen. Allereerst wordt de ademhaling gecontroleerd. Dit checkt de verloskundige door te kijken hoe vaak, hoe diep en hoe krachtig je baby ademt. Daarna wordt, door middel van een stethoscoop, de pols- en hartslag van de baby gecontroleerd. Vervolgens kijkt de verloskundige of arts naar de spierspanning. Beweegt de baby normaal en reageert het kindje op aanraking? Naast de spierspanning worden ook de reflexen van de baby gecontroleerd. Dat gebeurt door een pijnprikkel aan de onderkant van het voetje te geven. Naast de controle van de spierspanning en reflexen zal de verloskundige kijken naar de kleur van je kindje. Hoe rozer het lichaam, des te beter is de conditie van je kindje.
Controles mama
Niet alleen je kindje wordt uitgebreid gecontroleerd. Ook jij wordt goed in de gaten gehouden. Direct na de geboorte controleert de verloskundige of je placenta goed uit je buik is gekomen. Daarnaast zorgt ze voor de nodige hechtingen en controleert ze je temperatuur.
De dagen na de geboorte zal de kraamverzorgster je ook in de gaten blijven houden. Zo controleert ze elke dag de stand van je baarmoeder; deze is natuurlijk tijdens de zwangerschap sterk vergroot en moet weer langzaam zakken tot achter je schaambeen. Daarnaast houdt ze het bloedverlies in de gaten. Dit bloedverlies ontstaat doordat er een wond in de baarmoeder zit. De naweeën zorgen ervoor dat je baarmoeder samentrekt. Hierdoor wordt de wond kleiner en wordt de bloeding gestopt. Na de bevalling let de kraamverzorgster goed op of je niet te veel bloed verliest. Ook houdt ze goed in de gaten of je geen infectie krijgt. Als er bijzonderheden zijn, waarschuwt ze de verloskundige.
Controle hechtingen
Als je op natuurlijke wijze bent bevallen, ben je misschien wat ingescheurd. Je verloskundige heeft het scheurtje dan waarschijnlijk netjes gesloten door middel van hechtingen. Je kraamverzorgster controleert dagelijks of de wond goed geneest. De meeste hechtingen zijn oplosbaar. Dit betekent dat ze, naarmate de wond geneest, vanzelf oplossen. Sommige hechtingen zijn echter met speciaal draad gezet. De verloskundige moet deze hechtingen er dan na een week weer uithalen.
Stuwing
Om je kindje te voeden, zullen je borsten zich na de bevalling vullen met melk. Ook al heb je besloten om je kindje groot te brengen met flesvoeding, je borsten hebben zich al helemaal ingesteld op borstvoeding. Dit betekent dat je borsten zich langzaam vullen met melk. Na ongeveer vier dagen voelen je borsten erg vol en zwaar aan. Dit noemen we stuwing. Sommige vrouwen ervaren stuwing als pijnlijk, anderen voelen nauwelijks verandering. De kraamverzorgster zal in de gaten houden of het stuwingsproces normaal verloopt. Daarnaast zal ze je vertellen hoe je de klachten zoveel mogelijk kunt verminderen. Naast stuwing kun je ook last krijgen van zogenaamde tepelkloven. Tepelkloven zijn kleine wondjes aan of op je tepel. Deze wondjes worden vaak veroorzaakt doordat je kindje niet goed op de borst zuigt. Soms kan het verkeerde zuigen ook andere klachten veroorzaken. Zo kun je last krijgen van borstontsteking. Je kunt borstontsteking herkennen aan de harde, warme, rode of pijnlijke plekken in je borsten en aan de hoge koorts die met deze klachten gepaard gaat. Bij borstontsteking kun je het beste even je verloskundige raadplegen. Zij kan je advies geven over de bestrijding van deze pijnlijke kwaal.