Hoe werkt het lichaam?
De eisprong vormt de spil van de vrouwelijke cyclus. Tijdens iedere cyclus is een vrouw in principe vier dagen vruchtbaar. Dat zijn de drie dagen voor de eisprong en de dag van de eisprong zelf. Een eicel heeft namelijk maar één dag de tijd om bevrucht te worden. Zaadcellen kunnen tot wel vijf dagen overleven en zijn in elk geval drie dagen daarvan in staat een eicel te bevruchten. Wanneer je drie dagen voor je eisprong met elkaar vrijt, kan het zijn dat de zaadcellen voldoende sterk zijn om te overleven tot de eisprong. Ze kunnen de eicel dan alsnog bevruchten.
Hoe groot is de kans op zwangerschap?
Als je niet meteen zwanger bent, wil dat niet zeggen dat je een vruchtbaarheidsprobleem hebt. Onderzoek laat zien dat 80-90% van de vrouwen van partners met een kinderwens binnen een jaar zwanger is. Na ongeveer twee jaar is dat percentage opgelopen tot 90%. De gemiddelde kans om zwanger te worden kan enorm variëren. Voor een gezond, jong stel zal dit gemiddeld rond de 15% tot 20% per menstruatiecyclus liggen.
We spreken van verminderde vruchtbaarheid (subfertiliteit) wanneer je binnen een jaar nog niet zwanger bent. We spreken medisch gezien pas van onvruchtbaarheid (infertiliteit) als dat door onderzoeken definitief bewezen is.
Wanneer krijg je extra onderzoek?
Een periode wachten op een zwangerschap is dus niet meer dan normaal. Medisch gezien is het ‘normaal’ als je binnen twee jaar zwanger bent. Wanneer je echter na een jaar nog niet zwanger bent, kom je in aanmerking voor extra onderzoek. Vaak levert zo’n onderzoek niks op. Soms kan het je echter de juiste handvatten geven om een toekomstige zwangerschap alsnog tot stand te brengen. In zeldzame gevallen zal blijken dat een van jullie niet of nauwelijks vruchtbaar is. In dat geval kun je andere mogelijkheden overwegen om zwanger te worden.
Meest voorkomende vruchtbaarheidsproblemen
Soms blijkt uit het onderzoek dat een van jullie verminderd vruchtbaar is. Dit is een pijnlijk en verdrietig bericht. Toch komt dit meer voor dan je denkt. Er zijn veel stellen die kampen met vruchtbaarheidsproblemen. De meest voorkomende vruchtbaarheidsproblemen zijn:
- Leeftijd; vanaf het 30e levensjaar neemt de vruchtbaarheid van de vrouw gestaag af. Hoe hoger het aantal levensjaren, des te minder de vruchtbaarheid.
- Problemen met ovulatie door hormoonstoornissen of PCOS (PolyCysteus Ovarium Syndroom). Lees ook PCOS en zwanger worden.
- Problemen met de eileiders; het ontstaan van verklevingen of afsluitingen in de eileiders. De zaadcel kan hierdoor de eicel niet bereiken.
- Endometriose; bij deze ziekte bevindt het baarmoederslijmvlies zich buiten de baarmoeder. Afhankelijk van de ernst van de aandoening kan de vruchtbaarheid worden aangetast. Endometriose is een chronische aandoening. Wel is het mogelijk met de juiste behandeling de endometriose onder controle te krijgen. Lees ook Endometriose en zwanger worden.
- Fibromen; deze goedaardige gezwellen of knobbels bevinden zich in de spierwand van de baarmoeder. Wanneer zo’n gezwel de eileider verstopt, kan de zaadcel de eicel niet meer bereiken. Fibromen zijn relatief eenvoudig te verwijderen.
- Slechte spermakwaliteit bij de man; een verminderde zaadkwaliteit in combinatie met verminderde vruchtbaarheid van de vrouw, kan ervoor zorgen dat je moeilijk zwanger wordt.
- Erectiestoornissen