Vruchtbaarheidsbehandelingen

Verminderde vruchtbaarheid bij mannen

Verminderde vruchtbaarheid bij mannen
Verminderde vruchtbaarheid bij mannen
Wanneer zwanger worden niet vanzelf gaat, kan dit verschillende oorzaken hebben. Vaak heeft dit te maken met vruchtbaarheidsproblemen bij de vrouw. Maar bij ongeveer 30% van de stellen waarbij het niet lukt om zwanger te worden, blijkt dit te komen door een verminderde vruchtbaarheid van de man.

Bij mannen is er zo goed als nooit sprake van volkomen onvruchtbaarheid, meestal is er sprake van verminderde vruchtbaarheid bij mannen, zogenaamde subfertiliteit. Vaak hangt deze subfertiliteit samen met een verminderde bewegelijkheid van de zaadcellen.

Na de zaadlozing moeten de zaadcellen een weg van 12 tot 17 cm afleggen, vanaf de baarmoedermond, via de baarmoederhals, baarmoeder en eileider naar de vrije buikholte. Deze weg leggen ze af door gebruik van hun ‘staart’, die de zaadcel voortbeweegt. Wanneer de kwaliteit van de zaadcellen niet goed is, bereiken ze nooit de eicel. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor dit kwaliteitsverlies; zo kan er sprake zijn van voorgaande ontstekingen aan zaad- en bijballen, chemotherapie, aanwezigheid van antistoffen op de spermacellen of erfelijkheid.

Vruchtbaarheidsbehandelingen

Gelukkig zijn er verscheidene vruchtbaarheidsbehandelingen ontwikkeld die de kwaliteit van het zaad van de man zo optimaal mogelijk maken voor bevruchting. Vaak is het daardoor toch mogelijk om zwanger te worden.

ICSI (intracytoplasmatische sperma-injectie)

ICSI is de afkorting van intracytoplasmatische sperma-injectie. Deze methode wordt vooral toegepast bij paren waarvan de man te maken heeft met een zeer laag aantal beweeglijke zaadcellen. Ook als na twee behandelingen met IVF (in vitro fertilisatie) geen bevruchting is opgetreden, of als zich antistoffen in het sperma bevinden, kan de mogelijkheid van ICSI ter sprake komen.

De behandeling is precies hetzelfde als de IVF-behandeling, met uitzondering van de manier waarop de bevruchting tot stand wordt gebracht. Bij IVF brengt men één eicel samen met ongeveer 100.000 zaadcellen en wacht men op spontane bevruchting door een van de zaadcellen. Bij ICSI brengt een laboratoriummedewerker slechts één enkele geselecteerde zaadcel direct in het plasma van de eicel. De zaadcel wordt dus wat geholpen door de embryoloog. Wanneer de eicel bevrucht is, wordt deze teruggeplaatst in de baarmoeder. De gemiddelde kans op een doorgaande zwangerschap bij ICSI is iets groter dan bij een gewone IVF-behandeling, dus ongeveer 20 à 25% per behandeling. De reden hiervoor is dat bij paren die ICSI ondergaan, er bij de vrouw vaker geen beletsel is om zwanger te worden.

MESA (microchirurgische epididymale sperma-aspiratie)

MESA en PESA zijn een bijzondere vorm van ICSI, waarbij rijpe zaadcellen uit de bijbal van de man worden genomen. Deze behandeling kan worden gestart als de man bijvoorbeeld zaadleiders mist als gevolg van een bepaalde vorm van taaislijmziekte. De man maakt dan wel zaad aan, maar heeft geen zaadlozing meer. Via microchirurgie wordt het zaad opgezogen uit een met zaadcellen gevuld bijbalkanaal. MESA moet gezien worden als een kijkoperatie in de zaadbal. Deze behandeling wordt uitgevoerd onder algehele narcose. De vrouw zal op hetzelfde tijdstip of een later tijdstip (na invriezing van de verkregen zaadcellen) een ICSI-behandeling moeten ondergaan.

PESA (percutane epididymale sperma-aspiratie)

PESA is, evenals MESA, een spermapunctie direct uit de bijbal van de man. Deze behandeling is echter minder ingrijpend dan MESA, omdat het niet onder algehele narcose uitgevoerd hoeft te worden.

MESA wordt vaak toegepast wanneer bij de man geen enkele zaadcel in het sperma wordt aangetroffen. Vaak ligt dit aan een blokkade van de zaadleiders. Wanneer deze oorzaak ligt in een blokkade van de zaadleiders.

TESE (testiculaire sperma-extractie)

Soms gebeurt het dat de zaadaanmaak van een man niet goed werkt. Normaal gesproken gaan de jonge spermacellen vanuit de zaadbal richting de bijbal, waar ze rustig kunnen rijpen. Wanneer de zaadaanmaak niet goed werkt, zullen de onrijpe spermacellen nooit in de bijbal aankomen, waardoor er geen rijpe spermacellen ontstaan.

Bij de TESE-methode haalt de arts een aantal onrijpe spermacellen uit de zaadbal. Deze spermacellen worden onderzocht op rijpingsmogelijkheden. Geschikte zaadcellen worden in het labaratorium verder ‘gerijpt’, waarna ze in de eicel kunnen worden geïnjecteerd. Bij een geslaagde rijping neemt de kans op bevruchting flink toe.

Betere spermakwaliteit door het eten van tomaten

Onderzoek heeft aangetoond dat het dagelijks eten van 2 a 3 tomaten, de spermakwaliteit kan verhogen. De rode kleurstof die in een tomaat zit zorgt, volgens het onderzoek, voor een toename en een verhoogde beweeglijkheid van de spermacellen. Bron: www.ortho.nl.