Zwangerschap

Bekkeninstabiliteit

Bekkeninstabiliteit
Bekkeninstabiliteit
Tijdens de zwangerschap worden bukken, lopen en tillen steeds lastiger. Dit komt voornamelijk doordat je buik groeit. Maar soms kan ook je bekken voor behoorlijke bewegingsbeperking zorgen.

Wat is bekkeninstabiliteit?

Het bekken vormt de verbinding tussen de romp en de beide benen. Het gewicht van de romp rust als het ware op het bekken. Daarnaast wordt vanuit het bekken het bewegen van de benen mogelijk gemaakt. Het bekken bestaat uit verschillende botstukken, die op hun plaats worden gehouden door banden en spieren. Al vroeg in de zwangerschap zorgt het hormoon relaxine ervoor dat het bekken soepeler gemaakt wordt. De banden en spieren van je bekken worden een beetje elastischer en het kraakbeen verweekt. Dit gebeurt allemaal om het bekken voor te bereiden op de geboorte van je kindje. Doordat de spieren wat slapper worden, kan je kindje tijdens de geboorte het bekken makkelijker passeren. Normaal gesproken merk je niks van dat oprekken. Soms treden er echter tijdens de zwangerschap pijnklachten op in het bekkengebied. Dat gebeurt vooral als de diverse bekkendelen ten opzichte van elkaar gaan schuiven en de spieren onvoldoende sterk zijn om alles te stabiliseren. Daardoor wordt bewegen lastiger en ontstaat er pijn. Op dat moment spreekt men van ‘bekkeninstabiliteit’. Bekkeninstabiliteit kan ook na een (probleemloze) zwangerschap ontstaan. De oorzaak is dan meestal het te ver oprekken van de banden tijdens de bevalling.

Uit onderzoek blijkt dat 50 tot 60% van de vrouwen tijdens de zwangerschap of direct daarna, last heeft van bekkenpijn of lage rugpijn.

Symptomen

Bekkeninstabiliteit veroorzaakt hevige pijn in het bekken. Meestal bevindt de pijn zich op het schaambeen. Deze pijn kan uitstralen langs de binnenkant van het bovenbeen, naar de lies, of de vagina. Ook kan de pijn zich links en/of rechts onder in de rug ter hoogte van de twee kuiltjes concentreren. Dit soort pijn kan uitstralen over de hele bil, naar de lies, de achterzijde van het bovenbeen en soms ook het onderbeen. Soms is er ook sprake van pijn rondom de stuit. Pijn die samenhangt met bekkeninstabiliteit komt vooral voor bij bepaalde houdingen: bij het draaien in bed, lopen, staan, tillen en opstaan van een stoel.

Behandeling

Bekkeninstabiliteit gaat meestal na een paar maanden vanzelf over. Tot die tijd is het belangrijk om pijnsignalen van het lichaam, serieus te nemen. Het is van belang een evenwicht te vinden tussen rust en activiteit. Beweging is nodig om spieren sterk te houden en spierzwakte te voorkomen. Rust kan van belang zijn om banden en kapsels te sparen en zo verergering van klachten te voorkomen. Daarnaast kan oefentherapie of bekkenfysiotherapie je ondersteunen bij het herstel. Bij bekkenfysiotherapie train je de spieren van de buik, het bekken en de onderrug. Deze spieren helpen mee het bekken en de onderrug stabiel te houden. Door deze spieren te trainen worden de verschillende botdelen in het bekken weer stevig bij elkaar gehouden. Daardoor voorkom je verschuiving en daarmee de instabiliteit die de pijn veroorzaakt.