Baby en kind

Help! Mijn kind wil niet eten

Help! Mijn kind wil niet eten.
Help! Mijn kind wil niet eten.
Elke ouder kent het; je kind wil niet eten. Die eindeloze discussies over het wel of niet eten van groenten of aardappels. En dat is soms frustrerend, want jij wilt als ouder alleen maar het beste voor je kind. Maar zijn onze zorgen wel terecht?

De meeste kinderen eten ongeveer vanaf hun eerste jaar met de pot mee. Hun maagdarmstelsel is dan goed gewend geraakt aan vast voedsel. Vanaf dat moment kun je aan de slag om je kind gezond te leren eten. Dit betekent dat je kind gevarieerde voeding binnenkrijgt op vaste momenten en tijdstippen. Als ouder bepaal jij wanneer en wat je kind eet. Je kind bepaalt echter hoeveel het eet. Een kind onder de 4 jaar voelt zelf goed aan wanneer hij genoeg heeft. Dring dus nooit eten op.

Ieder kind heeft weleens een periode waarin het slechter eet dan normaal. Het is begrijpelijk dat jij je dan zorgen maakt. Maar wees gerust: kinderen krijgen door de dag heen voldoende voedingsstoffen mee om van te leven. Geen enkele reden tot paniek dus. Zolang je kind goed groeit, gaat het goed. Als je twijfelt, ga dan een keer extra naar het consultatiebureau voor advies.

Leer je kind proeven

Kinderen moeten leren proeven. Alle smaken, geuren en kleuren zijn nieuw voor ze. Kinderen zijn soms ‘lastige eters’ omdat ze bang zijn voor al die nieuwe smaken en structuren. Heel jonge kinderen staan nog volledig open voor nieuwe smaken. Het is belangrijk om hier al op jonge leeftijd gebruik van te maken. Wanneer je kindje 2 of 3 jaar is, kan het een angst ontwikkelen voor alles wat nieuw is. Nieuwe voedingsmiddelen kunnen daar een onderdeel van zijn. Zorg vooral voor een gezellige sfeer aan tafel. De strijd aangaan over eten heeft helemaal geen zin. Het gaat er in eerste instantie om dat je kindje zich veilig voelt. Dan zal het vanzelf toe zijn aan het proberen van nieuwe etenswaren.

Eten is leuk!

Om kinderen op een gezonde manier te leren eten, is het belangrijk dat ze eten als iets positiefs gaan zien. Om dit te bereiken kun je je kind al betrekken bij het voorbereiden van de maaltijd. Laat ze wat snijden (met een bot kindermesje natuurlijk), iets wegen of iets in de pan gooien. Af en toe wat eten mag natuurlijk ook. Zo pikken ze hier en daar al wat groenten mee en raken ze vertrouwd met de etenswaren.

Wanneer je eenmaal gezellig aan tafel zit is het van belang om niet te veel te focussen op de hoeveelheid die je kindje binnenkrijgt. Zie de maaltijden vooral als een gezellig gezinsmoment. Tijdens het opscheppen, kun je je kindje zelf laten aangeven hoeveel hij of zij op zijn bordje wil. Probeer af te spreken dat wat het kind opschept, ook opgegeten moet worden. Lukt dat niet helemaal, dan is dat helemaal niet erg. Het gaat erom dat je kind plezier krijgt in het eetmoment met elkaar.

Diep bord

Een praktische tip: geef je kindje altijd een diep bordje. Netjes eten is voor een peuter met zijn kleine handjes en gebrekkige motoriek nog ontzettend moeilijk. Als het eten herhaaldelijk niet lukt, terwijl het goed zijn best doet, kan je kindje gefrustreerd raken. Dit kan zorgen voor een negatief gevoel rond eten. Een diep bord kan dus heel wat ellende voorkomen.

Eetstoornis

Vroeger was het normaal om alles uit de kast te halen om je kindje tot eten te dwingen. Soms kneep men zelfs het neusje van het kindje dicht om op die manier de lepel naar binnen te krijgen. Of kinderen moesten per se aan tafel blijven zitten totdat hun bord leeg was. Deze kinderen hebben een grote kans dat ze een ongezonde relatie ontwikkelen met voedsel.
Om dat te voorkomen is het belangrijk om een kind niet te dwingen iets te eten wat hij of zij echt niet wil. Het ‘voor-straf-geen-toetje’ is niet zo’n goed idee. Het belonen met een toetje evenmin. In beide gevallen kan er een ongezonde relatie met eten ontstaan. Hierdoor maakt je kind meer kans om een eetstoornis te ontwikkelen op latere leeftijd.

Als eten echt niet lukt

Lukt eten nog steeds niet? Ga dan eens langs bij de huisarts of diëtist. Zij kunnen je de juiste adviezen geven met betrekking tot het eetgedrag van je kind. Probeer te allen tijde compensatiegedrag te voorkomen. Geef je kind zo min mogelijk lekkers tussen de maaltijden door. Een gezonde snack, zoals fruit, een rijstwafel, rozijntjes, snoeptomaatjes, kleine stukjes komkommer of een stukje wortel mag natuurlijk wel. Door zoveel mogelijk lekkers te vermijden, zorg je ervoor dat je kindje genoeg trek heeft tegen de tijd dat de volgende maaltijd aanbreekt.