Baby en kind

Het aanleggen van je baby voor borstvoeding

Het aanleggen van je baby voor borstvoeding
Het aanleggen van je baby voor borstvoeding
Hoera! Je kindje is geboren. Een nieuwe tijd breekt aan. Een tijd waarin je leert wat voor jou de beste en mooiste manier van voeden is. Want ook al is het voeden een natuurlijk proces, er zijn een aantal dingen die je echt even onder de knie moet krijgen.

De fles geven gaat vaak vanzelf. Maar borstvoeding geven vraagt om vakwerk. Zo moet je als eerste leren aanleggen. Met het aanleggen van je baby bedoelen we de baby aan de borst leggen. Dit aanleggen is van groot belang voor het slagen van de borstvoeding.

Het doel van aanleggen is dat je baby op een makkelijke manier, zo veel mogelijk voeding krijgt. Daarbij is het belangrijk dat de baby zijn mond helemaal gevuld heeft met borst. Daarvoor moet hij zijn mondje wijd openen en heel dicht tegen zijn moeder aanliggen. Als hij dan met het gezichtje langs de tepel strijkt, draait hij zijn mondje naar de kant waar zijn wangetje wordt geraakt. Dit noemen we de zoekreflex. Zodra hij de tepel tegen zijn lipjes voelt, doet hij zijn mondje wijd open, de zogenaamde hapreflex. Als hij de tepel tegen zijn gehemelte voelt, zal hij de hap borst vacuüm zuigen. Dit noemen we de ‘zuigreflex’. Een baby is goed aangelegd als het neusje en de kin de borst een beetje indrukken, de mond wijd open is en de lippen naar buiten gekruld zijn.

Oefenperiode

Het goed aanleggen van je baby begint bij een comfortabele houding. Je mag je kindje in verschillende houdingen voeden, zolang het maar niet al te veel inspanning vergt. Vooral in het begin duurt het voeden vaak enige tijd, omdat je de voedingsbehoefte van je kindje moet leren kennen. De eerste twee tot zes weken zijn een oefenperiode. Daarin moeten jij en je kindje op elkaar ingesteld raken. Het is dan prettig om op een goede manier te zitten of te liggen, zodat je geen last krijgt van je lichaam tijdens het voeden.

Verschillende houdingen

Er zijn verschillende houdingen, die erom bekendstaan dat ze goed geschikt zijn voor het comfortabel voeden van je kindje. De meest gebruikte houding is de madonna- of wiegenhouding. De baby ligt dan met zijn buik tegen moeders buik en rust met zijn hoofd in haar elleboogholte.

Afhalen

Sommige baby’s laten vanzelf de borst los als ze verzadigd zijn. Andere vinden het heerlijk nog wat ‘na te tafelen’. Ze liggen dan lekker te slapen aan de borst en nemen af en toe nog een teugje. Wil je je kindje van de borst halen? Verbreek dan altijd eerst het vacuüm door bijvoorbeeld je pink voorzichtig in het mondhoekje te steken. Op deze manier kun je je baby ook van de borst halen als het aanleggen niet meteen goed gaat, en het drinken pijn doet. Haal de baby dan voorzichtig van de borst af en probeer het aanleggen nogmaals.

Geduld

Borstvoeding vraagt geduld. Neem tijdens het voeden de rust en de tijd voor je kindje. Borstvoeding moet je leren. Stel je daarop in, dan wordt het ook geen teleurstelling.