Baby en kind

Mijn baby wil niet slapen

Mijn baby wil niet slapen
Mijn baby wil niet slapen
Dat een baby de eerste maanden ’s nachts moeite heeft met slapen, is heel normaal. Je baby wil niet slapen omdat hij of zij moet wennen aan het voedingsritme en de nieuwe geluiden buiten de buik. Maar wat als je baby na een aantal maanden nog niet doorslaapt?

Pasgeboren baby’s slapen heel veel. Maar het zijn allemaal korte slaapjes van maximaal 2 a 3 uur. De eerste 8 a 10 weken zit er nog geen ritme in de slaapjes van je kindje, omdat de biologische klok nog niet werkt. Wanneer je kindje tussen de twee en vier maanden is, zal het waarschijnlijk gaan ‘doorslapen’. Dat betekent overigens niet dat jouw nachtrust niet meer op de proef wordt gesteld. ‘Doorslapen’ betekent namelijk dat je kindje ongeveer vijf á zes uur achter elkaar slaapt. Na de laatste voeding zal je kindje in slaap vallen en in elk geval doorslapen tot een uurtje of vijf. Dat betekent dat jouw nachtrust nog steeds veel te verduren krijgt.

Herkenning dag en nacht

Vanaf ongeveer zes weken beginnen de meeste baby’s het verschil tussen dag en nacht te herkennen. Langzamerhand zal je kindje ’s nachts langere perioden achter elkaar slapen. Om dat te kunnen, moet de slaap zich rustig opbouwen naar de nacht. Je kindje is daardoor overdag alerter en wakkerder. Het kan daarom zijn dat het slapen overdag iets moeilijker gaat in deze periode.

Zelf in slaap vallen

Om je kindje zo snel mogelijk te leren wennen aan deze nachtelijke slaapuurtjes is het het allereerst belangrijk dat je je baby leert zelf in slaap te vallen. Zo leert hij zichzelf ook ’s nachts geruststellen. Hieronder volgt een aantal handvatten die je kunnen helpen om je kindje te leren zelf in slaap te vallen.

Slaapritueel

Vanaf ongeveer zes weken is je kindje oud genoeg om het slaapritueel te herkennen. Doordat je continue dezelfde dingen doet voordat hij of zij gaat slapen, begrijpt hij dat het deze handelingen bij het slapen horen. Je kunt bij deze handelingen denken aan pyjamaatje aantrekken, slaapzakje aandoen, liedje zingen en een kusje geven.

Wakker in bed

Daarnaast kun je beginnen om je baby in bedje te gaan leggen, als het moe wordt. Dit is belangrijk omdat je kindje dan leert om zonder jouw hulp in slap te vallen. Belangrijk is om tijdens het in bed leggen geen oogcontact te maken. Kleine baby’s zijn erg gevoelig voor prikkels om hen heen. Zelfs de kleinste prikkels, zoals oogcontact, maken je kindje weer actief.

Knuffeltje

Zorg ervoor dat er altijd iets vertrouwds bij je kindje in bed ligt. Dit kan een tutdoekje of een knuffeltje zijn. Hierdoor voelt het zich snel veilig. Ook is het van belang het ’s nachts niet te gezellig te maken. Hierdoor went je kindje ook niet aan nachtelijke activiteiten en leert het de nachten sneller herkennen als slaaptijd. Als je kindje ongeveer een half jaar is, zal het gaan doorslapen. Vanaf dat moment heeft zijn lichaampje de nachtvoedingen ook niet meer nodig.

Onrust

Blijft je baby ondanks alle rituelen ’s nachts toch spoken? Of valt hij na een nachtvoeding niet meer makkelijk in slaap? Vaak heeft dit te maken met onrust. Zo kan je baby volop in een ontwikkelingsfase zitten, waar hij het moeilijk mee heeft. Zorg overdag voor de bekende drie ‘r’-en: rust, reinheid en regelmaat. Daarnaast is het belangrijk je kindje veel te knuffelen, zodat het zich geborgen voelt. Wanneer je deze dingen in het vizier houdt, wordt het daarna snel beter.

Slaaptraining

Als je baby onrustig blijft, is een slaaptraining misschien wat voor jullie. Het consultatiebureau kan je daarbij helpen. Een slaaptraining wil niet zeggen dat je je baby eindeloos moet laten huilen. Als je een slaaptraining niks vindt, kun je overwegen om je kindje een periode bij jullie op de kamer te laten slapen. Zo voelt het zich veilig en kan het in alle rust wennen aan een gestructureerd slaapritme.