Baby en kind

Samen spelen, samen delen; hoe doe je dat?

Samen spelen, samen delen
Samen spelen, samen delen
Waarschijnlijk herken je het wel; die momenten dat jouw kindje met één greep en een verbeten gezicht het speelgoed afpakt van dat kindje dat zo lief zat te spelen. Je voelt je misschien schuldig, en probeert je kindje direct duidelijk te maken dat dit niet de bedoeling is. Want, zeg je, als we samen spelen moeten we ook samen delen. Maar hoe leer je je kindje dat eigenlijk? En wat is de beste manier om in te grijpen op het moment dat je kindje speelgoed afpakt van een ander kindje?

Natuurlijk wil je als mama dat jouw kindje nooit slaat, bijt, schopt of speelgoed afpakt van anderen. Maar elk kindje krijgt een fase waarin dit gaat gebeuren. En dat is maar goed ook, want op deze manier leert het op een goede manier met andere kinderen om te gaan. De manier waarop jij in deze fase ingrijpt, is daarom cruciaal hoe je kind leert om met andere kindjes te spelen.

Sociale regels

Als je kindje erg klein is, heeft het nog geen besef van de wereld om hem heen. Natuurlijk ziet het andere mensen en kinderen wel, maar het heeft geen idee dat er bepaalde sociale regels gelden om goed met anderen om te kunnen gaan. Eén van de regels om goed met een ander om te kunnen gaan, is het samen delen. Het eerste moment dat je kindje hier tegenaan loopt, is meestal tijdens het spelen.

Spelen is goed

Samen spelen is iets heel natuurlijks, het gaat als het ware vanzelf. Spelen is goed voor de motoriek van je kindje, maar ook goed voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. Maar tijdens het spelen met andere kinderen gelden er ook regels. Regels die je kindje in het begin niet kent, en waar het soms moeite voor moet doen om deze te leren. Tot het tweede jaar heeft je kindje eigenlijk geen anderen nodig bij zijn spel. Het zoekt wel contact met anderen, maar deze ‘buitenstaanders’ worden nog niet echt opgenomen in het spel.

Op zichzelf gericht

Wanneer je kindje ongeveer 2 jaar is, verandert dit. Het zal meer met anderen gaan spelen, maar is daarbij vooral nog op zichzelf gericht. Het beseft als het ware nog niet dat andere kindjes ook wensen en gevoelens hebben. Toch leren ze veel in deze periode. Ze zien hoe andere kinderen spelen en maken soms ruzie met elkaar om het speelgoed.

Leren inleven

Vanaf ongeveer zijn derde jaar beseft je kleintje dat een ander zich ook verdrietig of blij kan voelen. Het kan zich als het ware een beetje inleven. Dit is de periode waarop je je kindje het best kunt leren wat samen spelen betekent en samen delen echt begint.

Herhaling

Waarschijnlijk leert je kindje al heel veel door zijn spel met anderen en de reactie op zijn acties door anderen. Als ouder is het goed om hier met je kindje op eenvoudige manier over te praten. Zo kun je hem leren dat sommige dingen nou eenmaal van iemand anders zijn en dat andere kindertjes ook recht hebben op aandacht, het speelgoed of dat eerste ritje op het hobbelpaard. Herhaal dit elke keer dat je kindje ermee geconfronteerd wordt. Juist die herhaling helpt hem of haar om het te leren begrijpen.

Zelfvertrouwen

Sommige kinderen vinden het extra moeilijk om te delen, omdat ze bijvoorbeeld verlegen zijn. Ze hechten dan extra waarde aan hun speelgoed, omdat het het gevoel van eigenwaarde vergroot. Als je kindje verlegen is, is het belangrijk om hem zelfvertrouwen aan te leren. Dat is best lastig, maar je kunt dat al doen door goed naar je kindje te luisteren, en hem of haar aan te kijken als het wat tegen je zegt. Als het zelfvertrouwen van je kindje wat groter wordt, zal het ook makkelijker kunnen delen.

Dwingen

Het heeft overigens geen zin om je kindje te dwingen zijn speelgoed met anderen te delen. Als je dit doet, laat je als het ware zien dat de behoeften van jouw kindje minder belangrijk zijn dan die van andere kindjes. Respecteer je kindje in de keuze die het maakt, maar praat er wel over. Je kindje leert hierdoor dat bezit niet zo belangrijk is, maar dat het veel leuker is om samen met een vriendje of vriendinnetje samen te spelen.