Blaasontsteking tijdens de zwangerschap
Door de hormonale veranderingen wordt de urinebuis wat wijder, waardoor bacteriën makkelijker in de blaas kunnen komen. Tevens wordt de blaas door de groter wordende baarmoeder weggedrukt. Daarom is het moeilijker om helemaal leeg te plassen. In de achtergebleven urine kunnen bacteriën gaan uitgroeien.
Symptomen blaasontsteking
Als je tijdens de zwangerschap vaker moet plassen is dat heel normaal. Maar als je 1 of meerdere van onderstaande klachten herkent is het verstandig je urine te laten controleren bij de huisarts of verloskundige.
- Branderig gevoel tijdens plassen
- zeurend gevoel in onderbuik
- steeds kleine beetjes moeten plassen
- continue aandrang om te plassen
- onaangename geur van de urine
- troebele urine
- vaginale afscheiding
- bloed in urine
- verhoging of koorts
Een blaasontsteking gaat niet vanzelf over en zal behandeld moeten worden met een antibioticakuur. Geef wel duidelijk aan dat je zwanger bent! Maak de antibioticakuur altijd af en laat daarna je urine controleren om te kijken of de blaasontsteking echt over is. Behandeling van een blaasontsteking is belangrijk om eventuele complicaties te voorkomen.
Tips om een blaasontsteking te voorkomen
Veel drinken! Als je veel drinkt (minstens 2 liter vocht per dag) zal je vaker moeten plassen. Ga zo snel mogelijk plassen bij aandrang, vooral niet ophouden. Hoe langer je het ophoudt, hoe langer bacteriën de tijd hebben zich te vermenigvuldigen. Neem voor het plassen de tijd en zorg dat je helemaal uitplast, zodat er geen urine met daarin de bacteriën achterblijft. Plas altijd na het vrijen, zodat bacteriën worden weggespoeld.
Goede hygiëne
Door het onderlijf schoon te houden verklein je de kans op een infectie. Maak geen gebruik van zeep of vaginale deodorants, want deze kunnen de urinebuis juist irriteren. Draag ondergoed van katoen. Nylon ondergoed en panty’s zorgen voor een broeierig klimaat waar bacteriën goed kunnen uitgroeien. Gebruik van cranberry (sap of capsules) kan een gunstig effect hebben op de blaaswand waardoor bacteriën zich minder goed kunnen hechten aan de blaaswand.