Ooooh een handdoek.. Sjongejonge wat stom van me haha.. Bij die engelse zou ik ook de letter e denken, al begrijp ik dan the beginning of the end niet..
Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp. Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt: "Dag meneer de brandweer." Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen. De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels. Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht: "Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt." "Dat weet ik", zegt het meisje, "maar dan heb ik geen sirene."
Je komt op een T-splitsing en er is maar 1 goede richting die je op kunt gaan. Aan deze T-splitsing staan twee broers. Eeneiige tweelingen. Een ervan liegt altijd, de ander spreekt altijd de waarheid. Welke begin vraag moet je stellen om er zeker van te zijn dat je de goede kant op gaat?