Dit of dat?

Danst graag

Broodje kroket of pannenkoek?

 

Broodje kroket.

Geduldig of ongeduldig.

 

Ongeduldig

Tompouce of wafel?

 

Tompouce

Stroopwafel of gevulde koek.

 

Stroopwafel

Dagje Amsterdam of dagje Utrecht?

 

Dagje Amsterdam

Lila of paars.

 

Lila

Welkoop of Petś place?

 

Pets place

Koopwoning of huurhuis.

 

Koophuis

Bos of strand

 

Strand

Groene vingers of geen groene vingers.

 

Geen groene vingers

Heeft morgen een afspraak of niet?

 

Ja wel. Een afspraak met de huisarts.

Gelovig of niet gelovig.

 

Gelovig

Chocoladevla of kwark?

 

Chocolade vla

Peer of banaan.

 

Peer

Pizzabroodje of focaccia?

 

Focaccia

Draagt sieraden of draagt geen sieraden.

 

Draag geen sieraden

Zit regelmatig in online meeting of niet?

 

Nee niet.
Heeft een piercing of heeft geen piercing.

 

Geen piercing

Liever een deken of een dekbed

 

Dekbed

Gord geheugen of slecht geheugen.