Dit of dat?

Gaat nooit naar de snackbar.

Lees graag een boek of leest niet graag een boek.

 

Lees heel graag een boek

Blijft vandaag thuis of gaat op bezoek?

 

Blijf vandaag thuis.

Werkt fulltime of werkt parttime.

 

Parttime

koele kleuren of warme kleuren

 

Koele kleuren

Zon of maan?

 

Zon

Nederlands of buitenlands.

 

Buitenlands

Kalender of agenda?

 

Kalender.

Kerstontbijt of kerstbrunch.

 

Kerstbrunch

Rijst of aardappelen

 

Aardappelen

Is gek op sneeuw of is niet gek op sneeuw.

 

Gek op sneeuw

Kijkt uit naar de feestdagen of niet?

 

Kijk zeker uit naar de feestdagen .

Is weleens vreemd gegaan of is nog nooit vreemd gegaan .

 

Nog nooit vreemd gegaan

Puppy's of kittens?

 

Kittens

Bami of Nasi?

 

Bami

Vlees of vis.

 

Vis

Zelf brood maken of kopen?

 

Zelf maken is lekker maar ik koop eigenlijk bijna altijd

lust wel of geen spruitjes

 

Ik lust zeker spruitjes.

Viert Sinterklaas of viert geen Sinterklaas.

 

Viert geen sinterklaas

Woont op de begane grond of in een flat?

 

In een flat

Heeft lenzen of heeft geen lenzen .