Dit of dat?

Heb weleens gespijbeld van school

Heeft abbo op krant of niet?

 

Geen abbo of krant

Piekert veel of piekert niet veel.

 

Piekert niet veel

Heeft vandaag gewerkt of niet?

 

Heeft niet gewerkt vandaag

Drinkt wel of geen alcohol..

 

Drink geen alcohol

Dorp of stad?

 

Stad

Rozijnen of krenten.

 

Rozijnen

Moet deze week veel regelen of niet?

 

Ja moet veel regelen deze week

Is ziek of is niet ziek.

 

Niet ziek

Is vandaag gebeld of niet?

 

Nee ben vandaag niet gebeld.

Heeft een rommelig huis of heeft een heel geordend huis.

 

Beetje er tussenin

Reist morgen met de trein of niet?

 

Reis morgen niet met de trein.

Bang voor slangen of niet bang voor slangen.

 

Niet bang voor slangen

Zit wel of niet lekker in haar vel?

 

Niet lekker in mijn vel.

Is verliefd of is niet verliefd.

 

Niet verliefd

Heeft vandaag wel of geen post ontvangen?

 

Nee geen post ontvangen.

Is net verhuisd of is niet net verhuisd.

 

Net verhuisd

Zit te wachten op een pakket of niet?

 

Zit niet te wachten op een pakket

Slaapt genoeg per nacht of niet?

 

Voel me gevoel dlaap ik niet genoeg per nacht
Qua uren wel.

Is vaak teleurgesteld in mensen of niet teleurgesteld in mensen.
Ik bedoel nu .Niet in het verleden.

 

Is vaak teleurgesteld in mensen

Heeft liever misselijkheid of hoofdpijn