Ik vind de hele wetenschap gewoon fanstastisch. Het hele idee van de zoektocht maar de waarheid, die alle generaties, etniciteiten etc overstijgt. Dat onze wiskundigen voortborduren op kennis waar de oude Egyptenaren al mee bezig waren. Als een soort universele taal. Dat idee. Ik weet niet of ik het zo begrijpelijk uitleg hoor. Het is voor mij ook echt een gevoel wat heel diep gaat. Dus vind het moeilijk om uit te leggen.
Mijn ex (van heel veel jaren geleden) zat helemaal in jouw kamp. Dus ik kan het wel inzien hoor. Mijzelf maak je gelukkiger met een bak kuikens (en een fles champagne)
Ik snap het wel. Ik heb het niet zo extreem als hoe jij dit ervaart maar ik ken het wel. Ik vind het ook mooi om dit zo te zien. Ik heb dit bv met de tweede wereldoorlog... ooh man zo interessant om daar vanalles over te leren.
Oooh ik kan helemaal blij worden over de snaartheorie, zwarte gaten, multiversums, speciale exoplaneten,... Sta hier soms helemaal te stuiteren en m'n vriend snapt er geen reet van.
Ik herken het gevoel wel hoor, maar ik had het vroeger erger dan nu. Ik ga nu langzaam de alpha in mezelf ontwikkelen en ben ineens wild van geschiedenis. Waar dat nu ineens vandaan komt? Zal het begin van de overgang zijn denk ik
Ik snap je helemaal! Ik vind zelf oude religies en spirituele stromingen en kunst heel interessant, ook allerlei talen. Nouja de Alpha dingen dus, maar wel met dezelfde reden. Wat jij noemt vind ik net zo interessant, maar snap ik echt niet. Maar ik ga die documentaire eens kijken, tnx voor de tip!
Precies hetzelfde hier. Iedere Google-search die ik doe omtrent dit soort onderwerpen eindigt bij mij dan ook standaard in 'voor dummies'
Ow maar dat heb ik op zich ook wel hoor, een soort fases. Eerst had ik als kind een sterrenkunde fase, wist alles van sterren en planeten. Toen kwam een geschiedenis en culturele fase, heb heel veel getekend en was gefascineerd door allerlei oude beschavingen zoals de Maya, Azteken, Egyptenaren, Babyloniërs. En daarna de mythologieën van allerlei volken (Noren, Grieken etc). Van daaruit ontstond een belangstelling voor religies, spiritualiteit etc. Toen kwam de computer in huis en vond ik electronica en printplaten helemaal het einde. Toen ‘ontdekte’ ik Einsteins relativiteitstheorie, Stephen Hawking etc Ging me verdiepen in allerlei theorieën en kennis over het omniversum. En van daaruit de quantum mechanica, deeltjesfysica, string theorie, multiversum etc etc. En zo kabbelt het lekker verder allemaal.
Lief van je, maar ik zou niet eens weten waar te beginnen.. Ben altijd stiekem een beetje jaloers geweest op mensen die er een touw aan vast kunnen knopen, maar hoe vaak het me ook wordt uitgelegd, (tot aan tekenfilms toe) het dringt echt niet tot me door. Heb dit topic nu 3 keer gelezen, en het enige wat blijft hangen is 'kuikens, champagne, en er staat iets op Netflix'.. Maar in grote lijnen begrijp ik dat het goed nieuws is, dus ik zal proosten op jullie, en accepteren dat mijn talenten op een ander vlak liggen. Of in een ander universum waarschijnlijk, kan dat?
Ik heb hier niet zo heel veel mee, maar ik snap je wel hoor. Zo kan ik heel blij worden van een nieuw ontdekte diersoort. Heb geloof ik alle docus over de natuur wel gezien. Vooral alles wat onder water leeft
Ik snap er ook de ballen niet van maar vind het heerlijk om te lezen dat mensen echt ergens op in kunnen gaan.
Ja hoor. Dit gaat over de allerkleinste deeltjes. Je hebt waarschijnlijk vroeger op school geleerd over atomen. Atomen bestaat uit een kern van protonen, neutronen en de electronen die daar omheen draaien. Maar ook die deeltjes bestaan weer uit kleinere deeltjes, de subatomaire deeltjes. Die bestaan uit materiedeeltjes, die daadwerkelijk materie zijn, en energie deeltjes, die de andere deeltjes bij elkaar houden of andere functies vervullen. Die deeltjes kunnen soms even bestaan, dan weer verdwijnen etc. In de jaren 70 werden er steeds meer van deze deeltjes ontdekt en is er op een gegeven moment een classificatie gemaakt van welke deeltjes echt belangrijk zijn. Deze zijn opgenomen in het Standaardmodel van de deeltjesfysica. Door dit model werd het ook mogelijk om het bestaan van bepaalde deeltjes te kunnen voorspellen. Anders zou de wiskunde van het model niet kloppen. Een van de dingen die daar belangrijke in is, is de Kosmologische Constante. Die te maken heeft met het berekenen van de hoeveelheid energie is de Kosmos, en de uitdijing van het universum. Het standaardmodel is heel belangrijk, omdat dat de basis is waarop allerlei andere natuurkundige theorieën gebaseerd zijn en voorspellingen worden gedaan. Het is van fundamenteel belang om de wereld om ons heen te kunnen begrijpen. Daarvoor werken twee soorten natuurkundigen samen; de theoretische, die dingen bedenken, en experimentele natuurkundigen, die de theorie testen met experimenten. Het doel is dus om inzicht te krijgen in hoe de materie is opgebouwd: uit welke deeltjes die materie bestaat en wat de krachten zijn die de deeltjes bij elkaar houden. Een heel belangrijk deeltje dat nog niet was waargenomen, maar wel moet bestaan om het standaardmodel te laten kloppen is het higgsboson, vernoemd naar Peter Higgs, die dit deeltje in 1964 voorspelde. Zonder het higgsboson klopt de massa van alle andere deeltjes niet, deeltjes hebben een bepaalde massa van zichzelf, maar die is soms maar ongeveer 1% van wat de totale massa zou moeten zijn. En andere deeltjes leken helemaal geen massa te hebben. Het Higgsdeeltje maakt het Higgsveld. Een veld wat overal in het hele universum aanwezig is, en alle andere deeltjes massa geeft. Om dit goed te kunnen begrijpen word soms de vergelijking gemaakt met water. Alle dieren in de zee bewegen door water heen. Maar de ene vis is gestroomlijnder dan andere en kan makkelijker door het water bewegen, terwijl een kwal bijvoorbeeld helemaal niet makkelijk door het water beweegt en daar veel energie voor nodig heeft. Op die zelfde manier bewegen alle deeltjes door het Higgsveld heen, maar is dat voor het ene deeltje moeilijker dan het andere, al naar gelang ze interactie met het veld hebben. Dit zorgt ervoor dat het ene deeltje meer massa heeft dan het andere, terwijl ze even groot zijn. Men is dus al jaren op zoek geweest om dit higgsboson in een experiment te kunnen aantonen. Om zo een deeltje te kunnen zien, moet je ze heel hard laten bewegen (op een snelheid iets onder de snelheid van het licht), of moet je deeltjes op elkaar laten botsen, waardoor ze even ontsnappen en je ze even kunt zien voordat ze weer verdwijnen. Dit is dus waarom er deeltjesversneller gebouwd zijn. Daarvan zijn er een aantal op de wereld. Maar de grootste is de LHC, de Large Hadron Collider in Zwitserland. Die is gebouwd door CERN, de Europese organisatie voor kernonderzoek. CERN heeft over de hele wereld 6 deeltjesversnellers. Grappig feitje daarbij is dat het world wide web door CERN is 'uitgevonden' om alle data die daarmee verzameld werd, met elkaar te kunnen delen. In 2012 is Higgsboson dus voor het eerst gevonden. Peter Higgs heeft daar toen in 2013 de Nobelprijs voor de natuurkunde voor gekregen. Op dit moment word er nog steeds verder onderzoek gedaan naar dit deeltje en andere deeltjes. De verwachting is dat de LHC een schat aan informatie gaat opleveren over al deze deeltjes. Zodat we meer te weten komen over de fundamentele krachten in het universum. Nou, echt kort is het niet geworden. Maar hopelijk is het zo iets begrijpelijker.
Ik begon dit topic te lezen met de gedachte: doodsaai en oninteressant! En vervolgens lees ik je hele uitleg en denk ik... Wauw, ik begrijp waarom mensen dit leuk vinden
Ik weet dat ik toch echt niet dom ben Maar bij het lezen van deze topic man dan voel ik me oerdom Wel leuk dat je er zoveel interesse in hebt Maar dit gaat echt waaaay boven mijn pet om het ook maar iets te snappen hihi
Bedankt voor deze duidelijke en heldere toelichting! Voor welke andere onderzoeken/gebieden is dit bewijs ook relevant?
Poehh. Dat is een lastige vraag. Kijk, in de wetenschap volgt het nut vaak de nieuwsgierigheid. Wat wil zeggen dat men dingen ontdekt uit nieuwsgierigheid of dingen maakt omdat ze dan even nodig zijn, die later nuttig blijken te zijn. Toen radiogolven werden ontdekt bijvoorbeeld, heetten ze nog geen radiogolven. Ze zijn ontdekt uit nieuwsgierigheid, later hebben ze de mensheid een grote sprong voorwaarts gegeven. Elektriciteit, die begrijpen we en kunnen we maken door onze kennis van het gedrag van electronen. Natuurkunde is één van de meest fundamentele takken van de wetenschap. Omdat dit de werking van alles om ons heen verklaart, waarna je daar rekening mee kunt houden, naar dingen op zoek kan, voorspelingen kunt doen etc. De deeltjesfysica ligt daar dan weer goeddeels aan ten grondslag. Omdat het gedrag van de kleinste deeltjes weer invloed heeft op de rest. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan de geneeskunde. Misschien denk je daarbij niet meteen aan natuurkunde. Maar MRI en PET scans zijn door natuurkundigen bedacht. Voor een goede MRI scan is het nodig om te weten hoe je die hele kleine deeltjes kunt afgeven, hoe ze bewegen en hoe je ze daarna weer kunt 'vangen' om iets af te kunnen lezen. Vervolgens worden er medicijnen gemaakt, in een lab, waarbij deeltjesversnellers (synchrotrons) worden gebruikt, die eigenlijk voor de deeltjesfysica ontwikkeld zijn. Hierdoor word een soort versnelde röntgen straling gebruikt om de precieze samenstelling van virussen te kunnen bekijken. Of denk bijvoorbeeld aan bestralingstherapie bij kanker. En verder zou je kunnen denken aan de quantum computer, onze smartphones en tablets waarin al kleine deeltjes een rol spelen. Het touch screen is bijvoorbeeld ontwikkeld door CERN. Bouwkunde, waar natuurkunde sowieso belangrijk is, maar ook op heel klein niveau in bijvoorbeeld sterkere of juist flexibele bouwmaterialen en manieren om dingen aan elkaar te 'plakken'. Verder in de biologie, de scheikunde, de ruimtevaart etc etc. Te veel om op te noemen eigenlijk.