Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan 'ik ga lekker bij hem zitten nu', dan denk ik aan 'ja dat ga ik zeker doen'.

 

als ik denk aan ja dat ga ik zeker doen dan denk ik aan rustig door blijven ademen!

 

Als ik denk aan rustig blijven doorademen, dan denk ik aan benauwd zijn.

 

als ik denk aan benauwd zijn, denk ik aan dat ben ik gelukkig nooit

 

Als ik denk aan 'dat heb ik gelukkig nooit', dan denk ik aan in de file staan.

 

Als ik denk aan in de file staan, denk ik daar heb ik niet echt een hekel aan (als hij maar niet te lang duurt )

 

Als ik denk aan, daar heb ik niet echt een hekel aan, denk ik aan de was doen.

 

Als ik denk aan de was doen, denk ik dat moet ook nog ja.

 

Als ik denk dat moet ook nog ja, dan denk ik aan opruimen van mijn bureau in de studeerkamer.

 

Als ik denk aan 'het opruimen van mijn bureau in de studeerkamer', dan denk ik aan 'ik heb geen studeerkamer'.

 

Als ik denk aan ik heb geen studeerkamer denk ik ik heb meer een rommelkamer

 

Als ik denk aan 'ik heb meer een rommelkamer' dan denk ik 'gelukkig ben ik niet de enige'.

 

Als ik denk aan, ik ben gelukkig niet de enige, denk ik aan wat ben ik nu toch een warhoofd

 

Als ik denk aan wat ben ik nu toch een warhoofd, denk ik aan waar ik toch mijn mobiele telefoon gelaten heb.

 

Als ik denk aan waar ik toch mijn mobiele telefoon heb gelaten, dan denk ik aan ik moet hem wel goed in de gaten blijven houden!

 

Als ik denk aan ik moet hem wel goed in de gaten houden, denk ik aan het oppasskindje dat ik vanmimddag heb

 

als ik denk aan het oppaskindje dat ik vanmiddag heb dan denk ik huh ben ik wat vergeten?

 

Als ik denk huh ben ik wat vergeten dan denk ik aan een bezoekje aan de supermarkt

 

als ik denk aan een bezoekje aan de supermarkt dan denk ik ja dat moet ook nog!

 

Als ik denk aan ja dat moet ook nog, denk ik aan de strijk.