Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan naar de cinema gaan, denk ik dat word weer eens tijd!

 

Als ik denk aan dat wordt weer eens tijd, denk ik aan op vakantie gaan!

 

Als ik denk aan op vakantie gaan, dan denk ik aan Bulgarije.

 

Alsik denk aan bulgarije denk ik aan de zon

 

Als ik denk aan de zon, dan denk ik aan het strand

 

Als ik denk aan het strand denk ik aan zand

 

als ik aan zand denk, denk ik aan mijn dochter in de speeltuin

 

Als ik denk aan mijn dochter in de speeltuin dan denk ik aan mooie taferelen

 

als ik denk aan mooie taferelen dan denk ik aan gisteren

 

als ik denk aan gister dan denk ik aan mijn tante

 

Als ik denk aan mijn tante dan denk ik aan die is al oud

 

als k denk aan die is al oud denk ik aan sinterklaas

 

als ik aan sinterklaas denk dan denk ik dat vieren we dit jaar niet

 

als ik denk aan dat vieren we dit jaar niet denk ik aan dierendag

 

Als ik denk aan dierendag dan denk ik aan mishandelde dieren

 

Als ik denk aan mishandelde dieren, dan denk ik waarom gebeurd toch zoiets.

 

als ik denk aan waarom gebeurd toch zoiets dan denk ik aan de deelnemers van popstars

 

als ik denk aan de deelnemers van popstarts denk ik aan zeer grappig

 

Als ik denk aan zeer grappig, dan denk ik aan Hans Teeuwen!

 

als ik denk aan Hans Teeuwen denk ik aan het theater