Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

als ik denk aan mijn schoonzus, dan denk ik aan frankrijk

 

Als ik denk aan Frankrijk denk ik aan de zomervakantie.

 

Als ik aan de zomervakantie denk dan denk ik aan mei

 

als ik denk aan mei dan denk ik aan hooikoorts....

 

Als ik denk aan niezen dan denk ik aan viezigheid.

 

als ik denk aan viezigheid, denk ik aan de menstruatie

 

Als ik denk aan daar heb ik voorlopig even geen last van, denk ik aan boodschappen moeten doen.

 

als ik denk aan boodschappen doen denk ik vandaag gelukkig niet

 

als ik denk vandaag gelukkig niet,denk ik aan dingen regelen.

 

als ik denk aan gelukkig vandaag niet dan denk ik aan werken

 

als ik denk aan werken, denk ik aan morgenavond weer

 

Als ik denk aan morgenavond weer, denk ik aan alleen zijn.
(vriend moet werken, kleintjes logeren bij opa&oma)

 

Als ik denk aan alleen zijn zijn dan denk ik dat vind ik niet gezellig.

 

Als ik denk aan gezellig dan denk ik aan visite!

 

Als ik denk aan visite dan denk ik aan de verjaardag van mijn vriend a.s. zaterdag

 

Als ik denk aan de verjaardag van mijn vriend dan denk ik aan Juli

 

Als ik denk aan juli dan denk ik aan vakantie!

 

Als ik denk aan vakantie dan denk ik aan de zon