Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan wel leuk dan denk ik aan geld uitgeven.

 

Als ik denk aan wel leuk dan denk ik aan geld uitgeven.

 

als ik denk aan geld uitgeven denk ik aan shoppen

 

Als ik denk aan shoppen denk ik aan frustraties.

 

als ik aan frustraties denk denk ik aan overtijd zijn met een negatieve test

 

als ik denk aan overtijd met negatieve test,denk ik,bah!

 

Als ik denk aan bah denk ik aan dat ik vandaag moet werken

 

als ik denk aan dat ik vandaag moet werken denk ik aan hopelijk snel weer een baantje

 

als ik denk aan hopelijk snel weer een baantje dan denk ik nee eerst lekker genieten van de zomer!

 

Als ik denk aan eerst lekker genieten van de zomer dan denk ik dan is onze beeb geboren.

 

Als ik denk aan dan is onze beeb geboren dan denk ik aan ergens in juli

 

als ik denk aan ergens in juli denk ik aan de verjaardagen van mijn gezin

 

Als ik denk aan de verjaardagen van mij gezoin dan denk ik, die liggen mooi verspreid.

 

als ik denk die ligen mooi verspreid,denk ik aan mijn familie.

 

als ik denk aan mijn familie denk ik aan met sommige ben ik wel blij

 

Als ik denk aan met sommigen ben ik wel blij dan denk ik aan mijn schoonfamilie

 

Als ik denk aan mijn schoonfamile dan denk ik aan heel vervelende mensen

 

als ik denk aan heel vervelende mensen dan denk ik aan mensen die alleen maar aan zichzelf denken

 

Als ik denk aan mensen die alleen maar aan zichzelf denken dan denk ik daar wil ik niet eens aan denken.

 

als ik denk daar wil ik niet eens aan denken denk ik aan oorlog