Als ik aan ... denk, denk ik aan ...! (2)

Als ik denk aan k moet een short break gaan boeken..dan denk ik aan goed idee!

 

Als ik denk aan goed idee,denk ik aan naar buiten gaan.

 

Als ik denk aan naar buiten gaan, denk ik aan mijn vrije dag morgen!

 

Als ik denk aan mijn vrije dag morgen,denk ik,ik ben altijd vrij.

 

Als ik denk, ik ben altijd vrij, denk ik, dat wil ik ook wel!!

 

Als ik denk aan dat wil ik ook wel, dan denk ik aan een platte buik

 

Als ik aan een platte buik denk, denk ik aan nee ik wil een dikke buik met een lief wondertje er in.

 

Als ik denk aan nee ik wil een dikke buik met een lief wondertje er in denk ik aan wat ben ik toch een geluksvogel

 

Als ik denk,wat ben ik toch een geluksvogel,denk ik aan gelukkig zijn.

 

Als ik aan gelukkig zijn denk, denk ik aan dat ben ik!

 

Als ik denk,dat ben ik,denk ik aan mijn identiteit.

 

Als ik denk aan mijn identiteit, denk ik dat ik mijn paspoort nog steeds moet ophalen!

 

Als ik denk dat ik nog steeds mijn paspoort moet ophalen,denk ik aan het gemeentehuis.

 

Als ik denk aan gemeentehuis denk ik aan lange wachtrijen

 

Als ik aan lange wachtrijen denk, denk ik aan de efteling!

 

Als ik denk aan de Efteling, denk ik aan dure entree prijzen!!

 

Als ik denk aan dure entreeprijzen,dan denk ik aan pretparken.

 

Als ik denk aan pretparken, denk ik aan lekker weer!

 

Als ik denk aan lekker weer,denk ik aan het strand.

 

Als ik denk aan het strand, denk ik aan de zee..