Als ik aan ... denk, denk ik aan ...! (2)

Als ik denk aan asociaal zijn,dan denk ik,ik ben liever sociaal.

 

Als ik denk aan sociaal zijn, dan denk ik aan mensen begroeten.

 

Als ik denk aan mensen begroeten,dan denk ik aan,dat is hier in Friesland heel gewoon.

 

Als ik denk dat is in Friesland heel gewoon, dan denk ik aan praten in dialect

 

Als ik denk aan praten in dialect.dan denk ik aan mijn opa.

 

Als ik denk aan m'n opa, dan denk ik die heb ik nooit gekend

 

Als ik denk aan die heb ik nooit gekend,dan denk ik aan,allebei mijn opa's

 

Als ik denk aan allebei opa's,denk ik,ik heb er maar 1 gekend.

 

Als ik denk aan ik heb er maar 1 gekend,dan denk ik,mijn zoontje heeft gelukkig 2 lieve opa's.

 

Als ik aan ,mijn zoontje heeft gelukkig 2 lieve opa's denk , denk ik aan de sterren in de lucht waar ze samen trots op mij neer kijken.

 

Als ik denk aan de sterren in de lucht,dan denk ik,er zijn veel mensen met verdriet.

 

Als ik denk dat er veel mensen zijn met verdriet dan denk ik aan mezelf.

 

Als ik denk aan mezelf,dan denk ik,ik ben trots op mezelf.

 

Als ik denk,ik ben trots op mezelf,dan denk ik aan mijn opleiding.

 

als ik denk aan mijn opleiding, denk ik, ik ben net met een nieuwe begonnen

 

Als ik denk aan ik ben net aan een nieuwe begonnen,dan denk ik aan,een boek.

 

als ik denk aan een boek, dan denk ik aan een verhaal om heerlijk in weg te dromen

 

Als ik denk aan een verhaal om heerlijk in weg te dromen,dan denk ik aan mijn kindertijd.

 

Als ik denk aan mijn kindertijd,dan denk ik aan,de heerlijke vakanties naar Denemarken.

 

Als ik aan Denemarken denk, denk ik aan de Kleine Zeemeermin