Als ik aan ... denk, denk ik aan ...! (2)

Als ik denk aan de nacht, dan denk ik aan gordijnen dicht.

 

als ik denk aan gordijnen dicht,denk ik aan donker.

 

Als ik denk aan donker dan denk ik aan zwart

 

als ik denk aan zwart,denk ik aan koffie.

 

als ik denk aan koffie, dan denk ik aan cappucino

 

als ik denk aan cappucino,denk ik,hmmm!

 

als ik denk aan hmmmm, dan denk ik aan de liefde bedrijven

 

als ik denk aan de liefde bedrijven, denk ik aan mijn vriend

 

Als ik denk aan mijn vriend dan denk ik wat hou ik ongelofelijk veel van hem

 

als ik denk aan dat ik ongelofelijk veel van hem hou, denk ik aan dat we nu samen een kindje krijgen

 

als ik denk dat we nu samen een kindje krijgen,denk ik,misschien dit jaar?

 

Als ik denk misschien dit jaar dan denk ik aan een nieuwe cv-ketel.

 

Als ik denk aan een nieuwe cv-ketel denk ik aan niet hier

 

Als ik aan niet hier denk, denk ik aan lekker luieren in de zon!

 

als ik denk aan luieren in de zon dan denk ik hopelijk word het snel weer lekker weer

 

Als ik denk aan lekker luieren in de zon denk ik aan het strand.
(Ik krijg er meteen zin in! Kom maar op met die zon!)

 

als ik denk aan het strand,denk ik aan de tropen.

 

Als ik denk an de tropen, denk ik aan is mij te warm

 

als ik denk is mij te warm dan denk ik aan de hele dag in de zon liggen

 

Als ik denk aan de hele dag in de zon liggen dan denk ik aan vakantie