Als ik aan ... denk, denk ik aan ..... deel 3

Als ik aan bevallen denk, denk ik aan pijn

 

Als ik denk aan pijn, dan denk ik aan vallen

 

Als ik denk aan vallen dan denk ik aan botbreuken

 

Als ik denk aan botbreuken, denk ik aan gips

 

Als ik aan gips denk, denk ik aan een ziekenhuis

 

Als ik denk aan het ziekenhuis dan denk ik aan de mensen die er werken

 

Als ik denk aan mensen die er werken dan denk ik aan bang zijn

 

Als ik denk aan bang zijn dan denk ik aan angst

 

Als ik aan angst denk denk ik aan oorlog

 

Als ik denk aan oorlog dan denk ik aan wapens

 

Als ik denk aan wapens denk ik aan de schietbaan

 

Als ik denk aan de schietbaan dan denk ik aan oefenen

 

Als ik denk aan oefenen denk ik aan school

 

Als ik denk aan school dan denk ik aan schoolbanken

 

Als ik denk aan de schoolbanken denk ik aan mijn vriendinnen

 

Als ik denk aan mijn vriendinnen, denk ik aan gezelligheid

 

Als ik denk aan gezelligheid, denk ik aan familie.

 

Als ik denk aan familie dan denk ik aan lekker uit eten

 

Als ik denk aan lekker uiteten dank denk ik aan kaasfondue

 

Als ik denk aan kaasfondue, denk ik aan stokbrood.