Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

als ik aan helaas niet voor ons denk, denk ik aan de staatsloterij winnen.

 

als ik denk aan misschien morgen denk ik aan stukje fietsen

 

Als ik denk aan stukje fietsen, denk ik aan conditie

 

als ik denk aan de staat waarin iets verkeerd dan denk ik aan mijn auto

 

als ik denk aan mijn auto denk ik aan he gisteren helemaal schoongemaakt

 

als ik denk aan gisteren helemaal schoongemaakt dan denk ik aan mijn zolder

 

als ik denk aan mijn zolder, denk ik aan de wasmachine

 

als ik denk aan de wasmachine dan denk ik die moet vannavond weer aan de slag

 

als ik denk die moet vanavond weer aan de slag denk ik vanavond doen we niets meer (misschien iets anders aan de slag maar goed )

 

als ik denk aan vanavond doen we niks meer dan denk ik echt wel ik wil naar huis!

(we zijn dit weekend bij schoonouders in limburg)

 

als ik denk aan ik wil echt wel naar huis denk ik aan ben het hele weekend al heerlijk lui thuis

 

als ik denk aan ik ben het hele weekend al heerlijk thuis, denk ik aan morgen ook nog!

 

als ik denk aan morgen ook denk ik aan hopelijk zon

 

als ik denk aan hopelijk zon, denk ik aan het weerbericht

 

als ik denk aan het weerbericht denk ik aan piet paulisma

 

Als ik denk aan Piet Paulusma dan denk ik aan oant moan (of zoiets)

 

als ik denk aan aont moan denk ik aan daagg

 

Bij daag denk ik aan de volgende keer dat ik die persoon weer zal zien...

 

Als ik denk aan die persoon weer te zien, denk ik aan mijn gyneacologe!

 

als ik denk aan een gyneacologe denk ik aan een ziekenhuis