Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

als ik denk aan nee hoor helemaal niet dan denk ik aan de zin die ik heb om morgen weer te moeten werken.

 

Als ik denk aan de zin die ik heb om morgen weer te moeten werken, dan denk ik bah daar wil ik helemaal nog niet aan denken.

 

als ik denk aan bah daar wil ik helemaal nog niet aan denken dan denk ik aan de winter

 

Als ik denk aan de winter, dan denk ik aan een dik pak sneeuw.

 

Als ik denk aan de winter, dan denk ik aan dat we die gelukkig net hebben gehad.

 

Als ik denk aan een dik pak sneeuw, dan denk ik aan mooie witte bomen.

 

Als ik denk aan mooie witte bomen, dan denk ik aan kerst.

 

als ik aan kerst denk, denk ik aan konijn eten

 

als ik denk aan konijn eten dan denk ik aan Youp van 't hek

 

als ik denk aan Youp van 't hek,denk ik dat wordt weer lachen

 

als ik denk dat word weer lachen, denk ik aan mn collega's op 't werk (waar ik zo heen ga)

 

als ik denk aan aan mn collega's op 't werk dan denk ik die zie ik pas vrijdag weer

 

Als ik denk aan 'die zie ik pas vrijdag', dan denk ik aan mijn moeder.

 

Als ik denk aan mijn moeder, dan denk ik, ik zou niet zonder haar kunnen.

 

Als ik denk ik zou niet zonder haar kunnen, dan denk ik aan een lief vriendinnetje van me .

 

als ik denk aan een lief vriendinnertje van me dan denk ik aan Patroeschka

 

als ik denk aan patroeschka dan denk ik aan rusland
liefs jose

 

als ik denk aan rusland dan denk ik aan wodka

 

Als ik denk aan wodka, dan denk ik 'gadver'!