Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

als ik denk aan wie is er op cursus, dan denk ik aan mijn vriend

 

Als ik denk aan mijn vriend, denk ik aan liefde

 

Als ik denk aan liefde, dan denk ik aan dat kleine wonder in mijn buik.

 

Als ik denk aan dat kleine wonder in mijn buik,
dan denk ik, hoop dat t snel zover is!

 

als ik denk aan hoop dat het snel zo ver is dan denk ik dat mijn huis schoon is

 

Als ik denk aan m'n huis dat schoon is, dan denk ik: ja, na een uurtje schoonmaken wel

 

als ik denk na een uurtje schoonmaken wel denk ik aan daarna lekker met een boekje op de bank.

 

Als ik denk aan daarna lekker met een boekje op de bank, dan denk ik aan ik moet weer een nieuwe aanschaffen

 

als ik denk aan ik moet weer een nieuwe aanschaffen dan denk ik aan mijn schuursponsjes

 

als ik denk aan mijn schuursponsjes dan denk ik die liggen in het aanrechtkastje

 

als ik denk aan die liggen in het aanrechtkastje dan denk ik aan de chocolade repen

 

als ik denk aan chocoladerepen dan denk ik wat doen die nou in een aanrechtkastje?

 

als ik denk aan wat doen die nou ik het aanrechtkastje dan denk ik aan wachten tot ze opgegeten worden

 

Als ik denk aan die wachten tot ze opgegeten worden, denk ik aan onze volle snoepkast

 

Als ik denk aan onze volle snoepkast, dan denk ik aan mijn bikini

 

Als ik denk aan mijn bikini denk ik aan ik moet een nieuwe kopen

 

als ik denk aan ik moet een nieuwe kopen, denk ik aan een wasmachine

 

als ik denk aan een wasmachine, denk aan die van mij, die maakt overuren!

 

als ik denk aan die maakt overuren, denk ik aan mijn werkdag morgen

 

Als ik denk aan mijn werkdag morgen, dan denk ik aan ik ben vrij