Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan de basisschool, dan denk ik aan mijn kindertijd.

 

als ik denk aan de kindertijd dan denk ik aan onbezorgtheid

 

als ik denk aan onbezorgdheid dan denk ik aan de lange zomervakanties van vroeger

 

Als ik denk aan de lange zomervakanties van vroeger, denk ik aan vakantiebaantjes.

 

Als ik denk aan vakantiebaantjes , dan denk ik aan bollen pellen bij de boer.

 

als ik denk aan bollen pellen bij de boer, dan denk ik aan dat heb ik nooit gedaan

 

als ik denk aan dat heb ik nooit gedaan, dan denk ik aan een reis maken met een luchtballon

 

Als ik denk aan een reis maken met een luchtballon, dan denk ik 'dat lijkt me gaaf!'

 

als ik denk aan ''dat lijkt me gaaf'' denk ik aan bungeejumpen

 

als ik denk aan bungeejumpen denk ik aan elastiek

 

Als ik denk aan elastiek, denk ik aan mn haren.

 

als ik denk aan mijn haren dan denk ik aan de kapper

 

als ik denk aan de kapper dan denk ik dat word een tijd

 

als ik denk : dat wordt eens tijd dan denk ik "grote schoonmaak in huis"

 

Als ik denk aan grote schoonmaak in huis, denk ik zou eigenlijk wel een keer moeten.

 

als ik denk dat zou eigenlijk wel eens moeten dan denk ik aan vermageren

 

als ik denk aan vermageren, denk ik aan dat is me nog steeds niet gelukt

 

als ik denk dat is me nog steeds niet gelukt dan denk ik aan de was opvouwen

 

als ik denk aan de was opvouwen, denk ik aan: dat ligt nog boven

 

Als ik denk aan dat ligt nog boven, dan denk ik aan mijn mobiele telefoon.
(Dááááár was dat kreng! )