Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan mijn mobiele telefoon, dan denk ik aan gezellige smsjes

 

als ik denk aan gezellige sms-jes denk ik aan de vakantie

 

Als ik denk aan vakantie dan denk ik die heb ik niet gehad

 

als ik denk aan die heb ik niet gehad, denk ik aan een miljoen euro!

 

Als ik denk aan een miljoen euro, dan denk ik dat daar véél mensen van kunnen eten!

 

Als ik denk aan daar véél mensen van kunnen eten! , dan denk ik aan een mega grote pannekoek van een record-poging.

 

als ik aan een mega grote pannekoek van een record-poging denk, dan denk ik mmm lekker pannekoek

 

Als ik denk mmm lekker pannekoek, denk ik aan dikker worden.

 

Als ik denk aan dikker worden dan denk ik "dat wordt ik met de dag".

 

Als ik denk aan dat word ik met de dag denk ik aan wijzer (ben me aan het inwerken).

 

Als ik denk aan wijzer, dan denk ik aan oude mensen.

 

Als ik denk aan oude mensen, dan denk ik aan mijn oma (86 jaar!)

 

Als ik denk aan daar heb ik gisteren nog gegeten denk ik aan thuis

 

als ik denk aan thuis denk ik aan daar ben ik nu

 

als ik denk aan daar ben ik nu denk ik aan achter de pc

 

als ik denk aan achter de pc dan denk ik aan mijn laptop

 

als ik denk aan mijn laptop dan denk ik ik mis hem

 

Als ik denk ik mis hem, denk ik aan een vriend.

 

als ik denk an mijn vriend, dan denk ik aan dat heb ik niet ik heb een vriendin