Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

als ik denk aan mijn oma dan denk ik aan een lieve vrouw

 

Als ik denk aan een lieve vrouw, dan denk ik aan mijn collega

 

Als ik denk aan mijn collega denk ik aan warrig.

 

Als ik denk aan warrig, dan denk ik aan mezelf.

 

Als ik denk aan mezelf, dan denk ik aan mijn verjaardag!

 

Als ik denk aan mijn verjaardag dan denk ik aan gebakjes

 

als ik denk aan gebakjes dan denk ik aan moorkoppen

 

Als ik denk aan moorkoppen, denk ik aan vetrolletjes op mn heupen.

 

Als ik denk aan vetrolletjes op mijn heupen, dan denk ik aan: 'Toch maar geen SAS-dag vandaag'

 

Als ik denk aan toch geen SAS-dag vandaag...dan denk ik aan....dat was een lekker appeltje

 

als ik denk aan een appeltje dan denk ik.. nee toch liever een banaan

 

Als ik denk nee...toch liever een banaan denk ik aan aapjes.

 

als ik denk aan aapjes dan denk ik aan de dierentuin

 

Als ik denk aan de dierentuin, denk ik aan Artis

 

als ik denk aan Artis, denk ik aan das lang geleden

 

Als ik denk aan das lang geleden dan denk ik aan toen ik klein was

 

Als ik denk aan toen ik klein was, denk ik: Veel buiten spelen..

 

Als ik denk aan buiten spelen denk ik "brrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr"

 

Als ik denk aan brrrrrrrrrrrr dan denk ik aan sneeuw

 

Als ik denk aan sneeuw, dan denk ik aan een witte kerst