Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan wat zijn dat denk ik aan die geluiden midden in nacht.

 

als ik denk aan die geluiden midden in de nacht dan denk ik aan de buren die thuiskomen

 

Als ik denk aan de buren die 's nachts thuiskomen dan denk ik: ik mag ze niet.

 

Als ik denk aan ik mag ze niet denk ik aan onaardige mensen.

 

als ik denk aan onaardige mensen,denk ik aan onze buren in Almere.

 

Als ik denk aan onze buren in Almere dan denk ik dat is niet voor mij bedoeld.

 

Als ik denk aan dat is niet voor mij bedoeld, denk ik aan sporten

 

als ik denk aan sporten dan denk ik oh ja! ik heb er een abonnement maar verder

 

Als ik denk aan ik heb er een abonnement dan denk ik gelukkig ben ik daar van af.

 

Als ik denk aan: gelukkig ben ik daarvan af, dan denk ik aan dit huis

 

Als ik denk aan dit huis, dan denk ik aan: daar zijn we binnen 2 maand weg.

 

als ik denk daar zijn we binnen 2 maanden weg dan denk ik ik gelukkig niet

 

Als ik denk aan gelukkig niet, dan denk ik aan ziek zijn.

 

als ik denk aan ziek zijn denk ik dat is gelukkig bijna over

 

als ik denk dat is gelukkig bijna over dan denk ik aan file op de A2 (ik hoop het iig)

 

als ik denk aan file op de A2,denk ik,hier is ook elke dag file.

 

als ik denk hier is ook elke dag file dan denk ik aan het rijtje mieren op de stoep

 

Als ik denk aan het rijtje mieren bij jou op de stoep denk ik aan wat een grappig gezicht zal dat zijn .

 

Als ik denk aan wat een grappig gezicht zou dat zijn dan denk ik aan mijn ergste vijand die een blunder maakt.

 

als ik denk aan mijn ergste vijand die een blunder maakt dan denk ik ik ga nu al vast lachen