Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Denk ik aan dankje wel dan denk ik aan alsjeblieft

 

als ik denk aan asjeblieft dan denk ik aan weggeven

 

Als ik denk aan weggeven dan denk ik dat doe ik teveel

 

Denk ik dat doe ik teveel dan denk ik aan snoepen

 

als ik denk aan snoepen,dan denk ik aan lollies.

 

Als ik denk aan lolly's dan denk ik aan lekker likken.

 

Als ik denk aan lekker likken, dan denk ik aan een tong.

 

als ik denk aan een tong , denk ik aan bacterieen

 

als ik denk aan bacterien,denk ik aan een vaatdoekje.

 

Als ik denk aan een vaatdoekje denk ik die doe ik in de kookwas

 

als ik denk aan de kookwas,denk ik,die doe ik niet.

 

Als ik denk aan dat doe ik niet, dan denk ik aan alcohol drinken.

 

Als ik denk aan alcohol drinken denk ik aan de feestweek

 

als ik denk aan de feestweek,denk ik aan slingers.

 

Als ik denk aan slingers, dan denk ik aan een jarige job.

 

als ik denk aan een jarige Job,denk ik aan taart.

 

als ik denk aan taart, dan denk ik aan calorien

 

Als ik aan calorieen denk denk ik aan energie

 

Als ik denk aan energie, denk ik aan Red Bull

 

Als ik denk aan Red Bull dan denk ik aan een cafeïne bom.