Als ik aan ... denk, denk ik aan ...!

Als ik denk aan zondag denk ik, waar is dan die zon?

 

Als ik denk aan waar is de zon dan denk ik aan achter de wolken

 

als ik denk achter de wolken,denk ik,daar schijnt de zon.

 

Als ik denk aan daar schijnt de zon dan denk ik aan een warm land.

 

Als ik aan een warm land denk, denk ik aan Mexico.

 

Als ik denk aan Mexico dan denk ik aan een cactus.

 

Als ik aan een catus denk, denk ik aan stekels

 

Als ik denk aan stekels dan denk ik aan een egel.

 

als ik denk aan egel denk ik aan dieren

 

Als ik aan dieren denk dan denk ik aan de dierentuin.

 

als ik aan de dierentuin denk, dan denk ik aan antwerpen

 

Als ik aan Antwerpen denk, dan denk ik aan een Bolleke [= een Antwerps biertje]

 

Als ik aan Bolleke denk, dan denk ik aan een dikke buik

 

als ik denk aan een dikke buik,denk ik aan ongezond.

 

Als ik denk aan ongezond, denk ik aan frituur

 

Als ik denk aan de frituur, dan denk ik aan vet

 

Als ik denk aan vet denk ik aan liposuctie

 

Als ik denk aan liposuctie denk ik aan naalden.

 

Als ik denk aan naalden dan denk ik aan bloedprikken

 

Als ik denk aan bloedprikken denk ik aan Jakkes!