Echt een klassieker uit begin vorige eeuw. Ik las hem pasd geleden weer terug en heb hem ook aan mijn man laten lezen. Ik heb hem alleen in het Engels, dus hier komt 'ie: Listen, son: I am saying this as you lie asleep, one little paw crumpled under your cheek and the blond curls stickily wet on your damp forehead. I have stolen into your room alone. Just a few minutes ago, as I sat reading my paper in the library, a stifling wave of remorse swept over me. Guiltily I came to your bedside. There are the things I was thinking, son: I had been cross to you. I scolded you as you were dressing for school because you gave your face merely a dab with a towel. I took you to task for not cleaning your shoes. I called out angrily when you threw some of your things on the floor. At breakfast I found fault, too. You spilled things. You gulped down your food. You put your elbows on the table. You spread butter too thick on your bread. And as you tarted off to play and I made for my train, you turned and waved a hand and called, "Goodbye, Daddy!" and I frowned, and said in reply, "Hold your shoulders back!" Then it began all over again in the late afternoon. As I came up the road I spied you, down on your knees, playing marbles. There were holes in your stockings. I humiliated you before your boyfriends by marching you ahead of me to the house. Stockings were expensive-and if you had to buy them you would be more careful! Imagine that, son, from a father! Do you remember, later, when I was reading in the library, how you came in timidly, with a sort of hurt look in your eyes? When I glanced up over my paper, impatient at the interruption, you hesitated at the door. "What is it you want?" I snapped. You said nothing, but ran across in one tempestuous plunge, and threw your arms around my neck and kissed me, and your small arms tightened with an affection that God had set blooming in your heart and which even neglect could not wither. And then you were gone, pattering up the stairs. Well, son, it was shortly afterwards that my paper slipped from my hands and a terrible sickening fear came over me. What has habit been doing to me? The habit of finding fault, of reprimanding-this was my reward to you for being a boy. It was not that I did not love you; it was that I expected too much of youth. I was measuring you by the yardstick of my own years. And there was so much that was good and fine and true in your character. The little heart of you was as big as the dawn itself over the wide hills. This was shown by your spontaneous impulse to rush in and kiss me good night. Nothing else matters tonight, son. I have come to your bedside in the darkness, and I have knelt there, ashamed! It is feeble atonement; I know you would not understand these things if I told them to you during your waking hours. But tomorrow I will be a real daddy! I will chum with you, and suffer when you suffer, and laugh when you laugh. I will bite my tongue when impatient words come. I will keep saying as if it were a ritual: "He is nothing but a boy-a little boy!" I am afraid I have visualised you as a man. Yet as I see you now, son, crumpled and weary in your cot, I see that you are still a baby. Yesterday you were in your mother's arms, your head on her shoulder. I have asked too much, too much, yet given too little of myself. Promise me, as I teach you to have the manners of a man, that you will remind me how to have the loving spirit of a child.
@ Juul, gefeliciteerd met je zwangerschap. Zie dat je net 4 weken zwanger bent. Ik ben niet goed in Engels. Heb je het stuk niet in het Nederlands?
@Waardevol Vrije vertaling uit de losse hand, dus foutjes zullen er wel inzitten. Luister mijn zoon: Ik zeg dit terwijl je ligt te slapen, een klein pootje verstopt onder je wang en je blonde natte krulletjes plakken op je vochtige voorhoofd. Ik ben in mijn eentje je kamer ingeslopen. Maar een paar minuten geleden zat ik in de bibliotheek mijn krant te lezen toen ik overvallen werd door een overweldigende golf van schuldgevoel. Mijzelf schuldig voelend ging ik naar je bedje toe. Hier zijn de dingen die ik aan het denken was, mijn zoon: Ik was boos op je geweest en ik heb tegen je gesnauwd toen je je aan aan het kleden was voor school omdat je je gezicht alleen maar geaaid had met je handdoek. Je kreeg een standje omdat je je schoenen niet had gepoetst. Ik schreeuwde boos naar je toen je wat van je spullen op de grond gooide. Bij het ontbijt zag ik ook dingen die me niet aanstonden. Je morste. Je slokte je ontbijt op. Je zat met je ellebogen op de tafel. Je hebt de boter te dik op je brood gesmeerd. En terwijl je ervandoor ging om te spelen en ik mijn trein wilde halen, keerde je je om, zwaaide met je hand en riep 'Dag papa' en ik fronste en antwoordde 'Hou je schouders naar achteren!' Toen begon het weer helemaal overnieuw in de namiddag. Toen ik de weg opliep zag ik je op je knieën terwijl je met knikkers speelde. Er zaten gaten in je kousen. Ik vernederde je waar je vrienden bij waren door je voor mij uit naar huis te laten lopen. Sokken waren duur en als je ze zelf moest kopen zou je voorzichtiger ermee zijn! Stel je dat voor, mijn zoon, van een vader. herinner je het, later, toen ik aan het lezen was in de bibliotheek, hoe je schuw binnenkwam met een soort van gekwetste blik in je ogen? Toen ik over mijn krant heenkeek, ongeduldig door de onderbreking, en jij aarzelde in de deurpost. 'Wat wil je?' snauwde ik. Jij zij niets maar rende door de kamer als een wilde storm en gooide je armen om mijn nek en kuste mij, en je kleine armpjes klemden zich vast met een liefde die God had laten bloeien in je hart en die zelfs niet door verwaarlozing niet verwelkte. En toen was je weer weg, de trap opklauterend. Nou, mijn zoon, het was kort daarna dat mijn krant uit mijn vingers glipte en een verschrikkelijke ziekmakende angst over mij kwam. Wat was de gewoonte mij aan aan het doen? De gewoonte om fouten te zien, om je standjes te geven- dit was mijn beloning voor jou omdat je een jongetje bent. Het was niet dat ik niet van je houdt; het is dat ik teveel van de jeugd verwacht. Ik meette je bij de meetstok van mijn eigen jaren. En er was zoveel dat wel goed was en waarachtig in je karakter. Jouw kleine hartje van je was zo groot als de zonsopgang over de weide heuvels. Dat bleek wel uit je spontane impuls om mij een welterusten kus te geven. Niets anders is belangrijk vannacht, mijn zoon. Ik ben naast je bedje gaan staan en ik heb er geknield, in schaamte! Het is een zwakke genoegdoening; Ik weet dat je deze dingen niet zal begrijpen als ik ze aan je vertelde terwijl je wakker was. Maar morgen zal ik een échte papa zijn! Ik zal dichtbij je blijven, en ik zal lijden wanneer jij lijdt, en lachen wanneer jij lacht. Ik zal op mijn tong bijten als de ongeduldige woorden willen komen. ik zal blijven zeggen, alsof het een ritueel is 'Hij is maar een kleine jongen'. Ik ben bang dat ik je me heb voorgesteld als een man. Terwijl als ik nu naar je kijk, opgefrommeld en vermoeid, ik zie dat je nog steeds een baby bent. Gisteren nog lag je in je moeders armen, je hoofd op haar schouder. Ik heb teveel gevraagd, teveel, terwijl ik je te weinig van mezelf heb gegeven. Beloof me, terwijl ik je een man leer te zijn, dat je me aan herinnert om zo liefdevol als een kind te zijn.