Dit of dat?

Ja verwacht vandaag een pakketje.

Wibra of zeeman.

 

Zeeman

Fietsen of wandelen

 

Fietsen

Vis of vlees?

 

Vlees.

Gul of gierig.

 

Gul

Italiaanse bol of kaiserbroodje?

 

Kaiserbroodje

Ham of kaas.

 

Kaas

Moet iets naar de stomerij brengen of niet?

 

Moet niets naar de stomerij brengen.

Rode wijn of witte wijn.

 

Witte wijn

Jonge of belegen kaas?

 

Belegen kaas.

Patat of aardappelkrokketjes.

 

Aardappelkroketjes

Zoete of zoute popcorn?

 

Moeilijk
Zoute popcorn.

Frikadel of kroket.

 

Kroket

Lokale of landelijke radiozender?

 

Landelijke radiozender.

Houd van pittig eten of houd niet van pittig eten.

 

Hou niet van pittig eten

Blijft vandaag thuis of niet?

 

Dat weet ik nog niet.

Waterijs of schepijs.

 

Schepijs

Heeft vandaag was gedraaid of niet?

 

Ja vandaag een waa gedraaid.

Droger of wasrek.

 

Wasrek

Tissue of servet?

 

Tissue

Veel hobby's of weinig hobby's.