In de duisternis van de nacht kwam het eerste teken; negen maanden lang gewacht voor de vliezen zouden breken. Het warme vocht waarin jij zweefde verstroomde, ver van jou vandaan. Geen wonder dat je even beefde: je eigen leven bloeide aan. Plotsklaps was alle rust verdwenen, natuur werd als een grootse kracht; wat eens zo ver weg had geschenen kwam bij het scheiden van de nacht. Je lichaam werd -verborgen nog- geperst, verschoven, weggeduwd. Een enkel ogenblik van rust, doch dan werd je weer voortgestuwd. Agressie en angst verstarden mij; uit dit geweld zou jij nu komen? Ging deze pijn wel ooit voorbij, of werd mij alle hoop ontnomen? Ver buiten scheen het heldere licht toen onze laatste krachttoer startte. Eindelijk zag ik jouw gezicht, waarop de pijn nog die jou tartte. Op het moment dat jij mij verliet, trilde mijn lichaam van dit wonder. Vergeten was toen pijn en verdriet, jij was er, heel, en zo bijzonder! We hadden het volbracht, wij samen, de spiraal van het leven ging weer voort. Jij schreeuwde, terwijl mijn tranen kwamen, het was voorbij, ik had je gehoord. Dit gedicht heeft mijn moeder geschreven en het origineel hangt hier aan de muur ... Ook staat ze in Candlelight met andere gedichten ... echter deze mogen niet zomaar gepubliceerd worden want er staan auteurrechten op ... graag zou ik willen weten hoe Ester aan dit gedicht kwam aangezien het persoonlijk is voor me .... En op internet dit gedicht ook nergens anders te vinden is ... Credits voor dit gedicht gaan ook naar Marianne de Bruyn die dit gedicht schreef 12 april 1977 een dag na mijn geboorte