Ik probeer, wanneer ik mijn ouders boodschappen breng, even de kinderen mee te nemen, zodat mijn ouders de kinderen even kunnen zien. De boodschappen zet ik voor de deur, ik bel aan en ik ga een metertje of 1,5 a 2 naar achteren. De kinderen probeer ik in de kinderwagen zo te zetten dat mijn ouders even van hun smoeltjes kunnen genieten. En zo kletsen we even gezellig bij en kan ik met eigen ogen zien hoe het met ze gaat. En met het mooie weer loop ik achterlangs naar de tuin en zitten we op zo'n zelfde afstand uit elkaar. Ik betreed het huis niet, neem mijn eigen drinken mee en wijs mijn moeder erop als zij ongemerkt weleens wat te dicht in de buurt lijkt te komen. Mijn ouders zitten allebei in de risicogroep, dus ik ben zo voorzichtig mogelijk.