Sorry, de N vergeten! De Q poeh.. durf het zo niet te zeggen. Ga door met de R Rijen, rijen, rijen, In een wagentje, En als je dan niet rijen wil Dan draag ik je!
Schaapje, schaapje, heb je witte wol? Ja baas, ja baas, drie zakken vol. Eén voor de meester, één voor zijn vrouw. Eén voor het kindje, dat bibbert van de kou. Schaapje, schaapje, heb je witte wol? Ja baas, ja baas, drie zakken vol.
Tante in Marokko k Heb een tante in Marokko en die komt, hiep, hoi (2x) k Heb een tante in Marokko, een tante in Marokko (2x) en die komt, hiep, hoi. Ref: Zing ik a-ja, jippie, jippie, jee. Hiep, hoi Zing ik a-ja, jippie, jippie, jee. Hiep, hoi Zing ik a-ja, jippie, a-ja jippie, A-ja, jippie, jippie, jee. Hiep, hoi En ze komt op twee kamelen, als ze komt, hobbel de bobbel (2x) En ze komt op twee kamelen, ze komt op twee kamelen, ze komt op twee kamelen, als ze komt, hobbel de bobbel. Ref + hobbel de bobbel (na Hiep, hoi) En we braden dan een varken aan het spit, knor, knor (2X) En we braden dan een varken, we braden dan een varken, (2X) aan het spit, knor, knor Ref 2 + knor, knor Extra refreinen (niet in muziekbestand): En dan drinken we een cola tot besluit, blub, blub. (2X) En dan drinken we een cola dan drinken we een cola (2X) tot besluit, blub, blub Ref 3 + blub, blub En dan gaat ze met de sneltrein weer naar huis, tuut, tuut (2X) En dan gaat ze met de sneltrein dan gaat ze met de sneltrein (2X) weer naar huis, tuut, tuut Ref 4 + tuut, tuut
Ukkie Pukkie Prullebakkie is een heel klein vuilnisbakkie Past in zon kleine vuilnisbak een pleister, een luciferdoosje, een wc-rol? Ulle Bulle Vuilnisbak is een grote afvalbak Past in zon grote afvalbak een kapotte stoel, een oud kussen, een plastic fles?
Vader Jacob, vader jacob Slaapt gij nog, slaapt gij nog Alle klokken luiden, alle klokken luiden Bim, bam, bom, bim, bam, bom
Wat je zegt ben je zelf, met je kop door de helft, met je kop door de muur, ben je morgen lekker zuur!
Z Zeg ken jij de mosselman, de mosselman, de mosselman Zeg ken jij de mosselman, die woont in Scheveningen Ja ik ken de mosselman, de mosselman, de mosselman Ja ik ken de mosselman, die woont in Scheveningen Samen kennen we de mosselman, de mosselman, de mosselman Samen kennen we de mosselman, die woont in Scheveningen
[SIZE=+1] Achter kleine donkere wolkjes speelt het maantje kiekeboe. zie daar komt hij weer te voorschijn en hij lacht ons guitig toe. Aardig maantje, grappig maantje, moet nu heuselijk naar bed, ja maak jij daar in je eentje nog een heleboel pret. [/SIZE] [SIZE=+1] Achter donkere grijze wolkjes speelt het maantje kiekeboe. Nu en dan komt het eens kijken, en het lacht mij vriendelijk toe. kon ik het maantje pakken heus Ik trok het even aan zijn neus. Aardig maantje, grappig maantje, ik moet nu heuselijk naar bed maar maak jij daar in je eentje nu nog maar een beetje pret. en dan roep je kiekeboe en ik doe mijn oogjes toe. [/SIZE]
Berend Botje ging uit varen Met zijn scheepje naar Zuid-Laren De weg was recht, de weg was krom Nooit kwam Berend Botje weer om 1,2,3,4,5,6,7, Waar is Berend Botje gebleven? Hij is niet hier, hij is niet daar Hij is naar Amerika!
En wie rijdt er op z'n paard door de prairie? Het is cowboy Billy Boem, door de boeven zeer gevreesd. Er is nooit in het Wilde Westen 'n cowboy geweest die zo dapper was als cowboy Billy Boem. En van je hotsie, knotsie, knetter, van je jippie, jippie, jee, Maar zijn paard was zeer vermoeid en die wou niet verder mee. Maar hij moest de boeven vangen dus nam hij een ander beest en nu mag je zelf bedenken wat voor 'n beest dat is geweest
D Dikkertje Dap klom op de trap 's morgens vroeg om kwart over zeven om de giraf een klontje te geven Dag Giraf, zei Dikkertje Dap weet je wat ik heb gekregen Rode laarsjes voor de regen 't is toch niet waar, zei de giraf Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje ik sta paf".
E Er zat een aapje op een stokje achter moeders keukendeur. Hij had een gaatje in zijn rokje en daar stak zijn staartje deur. Hij had een ringetje om z'n vingertje en dat was van zuiver goud daarom dachten alle mensen dat dat aapje was getrouwd.
Ferme jongens stoere knapen Foei, hoe suffig staat gij daar Zijt gij dan niet wel geschapen Zijt gij niet van zessen klaar Ferme jongens en ga mee naar de zee En ga mee naar de zee Dat is een leven van plezieren Dat is een leven van stavast Zoo de wereld rond te zwieren In het topje van de mast Thuis te zijn op iederzee Kom ga mee naar de zee Thuis te zijn op iederzee Kom ga mee naar de zee Laat ze pruimen , laat ze druilen Laat ze schuilen aan het strand Loopt Jan Salie op zijn muilen Jan Coura gekiest het want Hola Bootsman alles ree? Wij gaan mee naar de zee Hola bootsman alles ree Wij gaan mee naar de zee
Goedenavond speelman mijn vader laat vragen of u 't avond spelen kan voor de kleine poppedijne en de grote bim-bam.
Hansje Pansje Kevertje die klom eens op een hek. Neer viel de regen die spoelde alles wag. op kwam de zon die maakte alles droog. Hansje Pansje kevertje die klom toen weer omhoog
Jan huigen in de ton met een hoepeltje erom jan huigen... jan huigen... en de ton die viel in dui...gen!
K Klap eens in je handjes blij blij blij Op je boze bolletje allebei Twee handjes in de hoogte Twee handjes in je zij Zo varen de scheepjes voorbij Zo varen de scheepjes voorbij
Leentje leerde Lotje lopen, Langs de lange Lindelaan. En toen Lotje goed kon lopen, Is zij weer naar huis gegaan.
M Moriaantje zo zwart als roet ging uit wandelen zonder hoed. En de zon scheen op haar bolletje daarom droeg zij een parasolletje. 't Parasolletje was te duur daarom ging zij naar de schuur. Maar de schuur die was gesloten daarom ging zij naar de boten. Maar de boten begonnen te roeien daarom ging zij naar de koeien. Maar de koeien begonnen te schoppen daarom ging zij naar de poppen. Maar de poppen begonnen te slaan daarom ging zij naar de maan. Maar de maan begon te draaien daarom ging zij naar de haaien. En de haaien aten haar op maar dit liedje was maar een mop. lol