Peuterspeelzaal. Zeur ik?

Discussie in 'Peuter en kleuter' gestart door Warboel, 13 okt 2014.

Topicstatus:
Niet open voor verdere reacties.
  1. Eylem

    Eylem Niet meer actief

    Bedoel je dit nu positief of negatief? Ik vat hem ff niet
     
  2. Eylem

    Eylem Niet meer actief

    Prima toch? Zou het ook zeker aangeven bij de leidster. Lichamelijke activiteiten horen er net zo goed bij als 'rustige' werkjes.
     
  3. Warboel

    Warboel Fanatiek lid

    8 jan 2014
    3.541
    625
    113
    Dat vind ik ook. Vraag me alleen af wat het zegt als hij bijv. wel een uur rustig aan een puzzel kan zitten ;).
    En wat gerichtere aandacht betekend. Niet dat hij buiten de groep wordt gehouden, want dat lijkt me ook niet de bedoeling.

    Bewegen is in mijn opinie ook zeer belangrijk. Ze hadden voorheen peutersporten 2x in de week, vanuit de peuterspeelzaal. Dat vond hij prachtig! Dansen, spelen, zingen. Nou dan werk je al snel in zijn straatje :D.

    En ik hoop natuurlijk dat hij school dadelijk net zo geweldig gaat vinden.
     
  4. tupp

    tupp VIP lid

    13 jun 2009
    22.790
    18.973
    113
    Vrouw
    lerares basisonderwijs
    @Tara: nee hoor, ook kinderen die niet op een psz zijn geweest kunnen instromen in het basisonderwijs. Komt ook regelmatig voor, aangezien psz niet verplicht is en basisonderwijs wel. Maar ik hoor wel van de collega's in de kleuterklassen dat zij het verschil heel duidelijk merken. Een aangezien redelijk veel kleuters nog maar 1,5 jaar mogen kleuteren, vind ik het persoonlijk zonde als ze heel veel tijd 'kwijt' zijn met wennen aan structuur en regels. Bovendien: als je je kind naar een psz laat gaan, doe je dat neem ik aan met een reden. Als voorbereiding op de basisschool in jouw ogen niet hoeft, hoefje je kind ook niet naar een psz te brengen. Ook prima. Maar als je kind wel gaat, lijkt het me logisch dat de leidsters er alles aan doen om je kind zo optimaal mogelijk voor te bereiden.
     
  5. Tara84

    Tara84 Fanatiek lid

    10 apr 2011
    3.878
    0
    36
    Ik ben voor mijn zoontje ook op een psz gaan kijken, maar niet als voorbereiding op de basisschool. Gewoon omdat het mij leuk voor hem lijkt om met andere kindjes te spelen en leuke dingen te doen. Ik zou er moeite mee hebben als ze dingen van hem zouden verwachten waar hij nog niet klaar voor is.
     
  6. tupp

    tupp VIP lid

    13 jun 2009
    22.790
    18.973
    113
    Vrouw
    lerares basisonderwijs
    Ik zeg ook niet dat de leidsters dingen van de kinderen verwachten waar ze niet klaar voor zijn. Ze zijn opgeleid om met peuters om te gaan en weten echt wel met welke doelgroep ze te maken hebben. Het gaat ook allemaal erg spelenderwijs. Het is heus niet zo dat ze kinderen een uur op een stoeltje laten zitten en straf geven als het niet lukt. Of dat ze hartstikke boos worden als een kind 2 keer door het verhaal heen roept als ze ene prentenboek voorlezen.
    Maar ze zullen kinderen wel uitleggen dat het de bedoeling is om te luisteren, op hun beurt te wachten etc. Ze sturen op een positieve manier. En natuurlijk spelen de kinderen met / naast elkaar en worden er vooral leuke dingen gedaan.
     
  7. Ikdus

    Ikdus VIP lid

    1 aug 2008
    10.695
    15
    38

    Voor leuke dingen en andere kinderen kan je beter met je kind op peutergym gaan of dansen of iets. Of kdv, maar ook daar moeten ze luisteren.

    Beetje raar dat psz alleen als leuk wordt gezien terwijl het veel meer als dat is.
     
  8. tupp

    tupp VIP lid

    13 jun 2009
    22.790
    18.973
    113
    Vrouw
    lerares basisonderwijs
    @Tara: misschien een duidelijkere uitleg: naar een psz gaan en vervolgens zeggen dat het niet is als voorbereiding voor de basisschool staat (tegenwoordig) ongeveer gelijk aan je kind naar zwemles sturen en zeggen dat ie niet per se hoeft te leren zwemmen. De psz is niet meer zoals in 'onze' tijd.
     
  9. penseel

    penseel Niet meer actief


    In mijn tijd ging er niet een kind naar de peuterspeelzaal. Kan je na gaan wat er veranderd is de afgelopen 40 jaar.

    Na de tweede wereldoorlog bleven de opvattingen over het gezin hetzelfde. Het aantal bewaarplaatsen nam dan ook niet toe, maar er kwam wel meer aandacht voor de opvoedkundige aspecten van de opvang. Kinderbewaarplaatsen moesten niet alleen ‘bewaren’, maar ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen; daarom kregen ze een andere naam: crèches. Men bleef echter tot in de jaren zestig van mening dat kinderopvang buiten het gezin schadelijk was voor de ontwikkeling van de kinderen, de kinderen zouden niet goed de gelegenheid krijgen zich aan mensen te hechten.

    Na de tweede wereldoorlog begonnen ook buurt- en clubhuizen met de organisatie van kinderopvang. Deze opvang was bestemd voor kinderen van moeders die vanwege de naoorlogse schaarste aan het werk gingen. Al deze kinderopvang was alleen toegankelijk voor kinderen met een sociale indicatie.

    In 1956 leidde een tekort aan arbeidskrachten tot de eerste bedrijfscrèche, die van de firma Van Melle uit Rotterdam. Andere bedrijven volgden dit voorbeeld, maar storm liep het niet.

    Tot de jaren zeventig werd de kinderopvang beschouwd als noodvoorziening. In de jaren zestig en zeventig werd kinderopvang nadrukkelijk een eis van vrouwen die de zorg voor huishouden en gezin niet als zaligmakend beschouwden. Ondanks dat de overheid hier niet zo blij mee was, ontstonden er in 1968 de eerste peuterspeelzalen met een nadruk op de pedagogische functie van de kinderopvang. En in de jaren zeventig tekende zich een verdere groei af met een duidelijke relatie met de toenemende arbeidsdeelname van vrouwen.

    Tussen 1968 en 1980 groeide het aantal peuterspeelzalen van circa 100 naar circa 3.000, voornamelijk gedragen door vrijwilligers. Tegen de achtergrond van een geleidelijke afname van het aantal kinderen per gezin nam ook het belang van peuterspeelzalen toe als plaats waar jonge kinderen met leeftijdgenootjes in contact kunnen komen. Ter versteviging van de positie van het peuterspeelzaalwerk verstrekte de rijksoverheid vanaf 1975 via de Rijksbijdrageregeling sociaal en cultureel werk een jaarlijkse bijdrage per peuterspeelzaal.

    Tot 1977 vond de overheidsfinanciering van kinderdagverblijven plaats door de gemeenten via de Algemene bijstandswet (Abw). In 1977 werd deze zogenoemde indirecte financiering omgezet in een directe financiering via de Rijksbijdrageregeling kinderdagverblijven. Gemeenten ontvingen op grond van deze regeling van de rijksoverheid een bijdrage in de personeelskosten van kinderdagverblijven. De regeling bevatte een aantal kwaliteitsregels (leidster/kind-ratio) en voorschriften voor de hoogte van de ouderbijdragen.

    De Algemene bijstandswet (Abw) en de financiering via de Rijksbijdrageregeling kinderdagverblijven zijn van kracht geweest tot 1986. In dat jaar is de Welzijnswet ingevoerd. De Welzijnswet is de voorloper van huidige Welzijnswet 1994. Op grond van de Welzijnswet werd de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor uitvoerend welzijnswerk (waaronder kinderopvang) overgedragen aan de gemeenten. Tegelijkertijd werd aan ouders, bij wie behoefte aan kinderopvang kon worden aangenomen, een fiscale tegemoetkoming verstrekt. In de periode na 1986 groeide de capaciteit van de kinderopvang door, maar niet genoeg om van betekenis te kunnen zijn voor een verdere groei van de arbeidsdeelname van vrouwen. Om die reden voerde de rijksoverheid, op grond van de Welzijnswet en de Welzijnswet 1994, in de periode 1990-2002 een stimuleringsbeleid in. Dit stimuleringsbeleid was gericht op vergroting van de kinderopvangcapaciteit.


    Een aantal elkaar opvolgende stimuleringsmaatregelen moet de capaciteit omhoog brengen van 23.000 plaatsen in 1989 naar circa 160.000 plaatsen in 2003. Ook het bedrijfsleven heeft in deze periode zijn verantwoordelijkheid genomen: halverwege de jaren tachtig bijvoorbeeld werd de Stichting kinderopvang Nederland (SKON) opgericht. SKON zette eigen kinderdagverblijven op waar bedrijven "kindplaatsen" konden huren tegen vooraf afgesproken kosten. Eind jaren tachtig werd ook begonnen met het maken van CAO-afspraken over regelingen; dit had weer tot gevolg dat behoefte ontstond aan uitvoeringsorganisaties.

    Vanaf 1990 beschouwt de rijksoverheid kinderopvang als gemeenschappelijk belang en gezamenlijke verantwoordelijkheid van drie partijen: ouders, overheid en werkgevers. Dit is een bepalend element in het kinderopvangbeleid vanaf 1990.

    Vanaf eind jaren tachtig blijkt de inbreng van werkgevers uit een groeiend aantal CAO-afspraken over het bieden van kinderopvangfaciliteiten aan werknemers en uit een groeiend aantal bedrijfsplaatsen. De tripartiete structuur is daarmee ook zichtbaar in de financiële opbouw van de kinderopvang. Het groeiend gebruik van kinderopvang heeft tot gevolg dat een groot aantal kinderen niet alleen thuis, maar ook in de opvang wordt opgevoed. Maatregelen vanuit de rijksoverheid richten zich daarom de laatste decennia niet slechts op de capaciteit, maar ook op de kwaliteit. Sinds 1996 worden er kwaliteitseisen gesteld door middel van het `Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang'. Deze algemene maatregel van Bestuur (AmvB) zorgt ervoor dat er voldoende aandacht is voor kwaliteit. Gedurende een overgangsperiode tot de nieuwe wet (WBK) stelt deze maatregel (minimum)eisen aan de kwaliteitsvoorschriften voor kinderopvang. De AMvB is niet van toepassing op peuterspeelzalen. In de nieuwe wet (WBK) zal relatie tussen de gemeente en GGD duidelijk worden omschreven. Nu inspecteert de GGD op hygiëne en veiligheid, in het nieuwe protocol worden daar pedagogisch klimaat en ouderparticipatie aan toegevoegd.
     
  10. penseel

    penseel Niet meer actief

    Houd van geschiedenis.

    Ik als 17 jarige 23 jaar geleden heb stage gelopen bij een peuterspeelzaal.. Daar was het voornamelijk spelen spelen en spelen een appeltje wat limo en dans je en een tekening was het toen. Echt voorschool vond ik het toen echt niet dat is allemaal wel daarna gekomen. Was ik helemaal vergeten dat ik ooit ( peuter juf was) in elk geval heb er stage gelopen.

    Echt heel anders als nu.
     
  11. tupp

    tupp VIP lid

    13 jun 2009
    22.790
    18.973
    113
    Vrouw
    lerares basisonderwijs
    @Penseel: ik ben van de generatie waarvoor de peuterspeelzaal bedoeld was als sociale hangplek. :) Nèt een paar jaartjes jonger dan jij.

    ---

    Sorry, we dwalen (nee: ik dwaal) af.
     
  12. pinter

    pinter Fanatiek lid

    9 jan 2010
    4.015
    1
    36
    noord limburg

    Ik zal het even onderbouwen.
    Zodra een 3 jarige peuter een beetje voor zich uit zit te staren en nergens actief aan mee doet en altijd braaf ja, nee en amen zegt dan zou ik me zorgen gaan maken ja.
     
  13. penseel

    penseel Niet meer actief


    Nee ik:p:D moet kunnen toch!:) Kan je na gaan wat er veranderd is na 1980 haha denk als mijn moeder dat had geweten hadden wij ook op een peuterspeelzaal gezeten hwah.:D
     
  14. ikkie97

    ikkie97 VIP lid

    7 mei 2011
    10.915
    3.937
    113
    Niet alleen de psz is veranderd, het kleuteronderwijs en alles wat daarop volgt ook, de maatschappij is veranderd.

    Mijn vriend is bijv nooit naar een psz oid geweest want schoonouders vonden dat niet nodig.'ze konden hun kinderen dat zelf ook wel leren'.
    Tja 30 jaar geleden was dat misschien zo, datgene wat je als kind moest 'kunnen' voor de kleuterklas is niet vergelijkbaarmet wat er nu van een 4-jarige verwacht wordt. Ik geef daarbij geen oordeel over het goed of fout daarvan, daar gaat het even niet om.
    Ik kan je wel vertellen, je kunt als ouder je kind leren lezen, puzzelen, zelfs om de beurt met de dobbelsteen gooien, maar er zijn zóveel belangrijke dingen om te leren ter voorbereiding op de maatschappij, die ze alleen in groepsverband leren.... En niet thuis. Wel ook op een kinderdagverblijf oid.

    Ik ben niet van het dwingen of pushen en ben er ook van overtuigd dat kinderen deels 'zichzelf ontwikkelen'. Maar ik vind het ook belangrijk dat mijn kind leert dat af en toe dingen moeten. Ook dingen die ze niet leuk vinden of misschien nog niet zo goed kunnen (uiteraard binnen bepaalde grenzen). Is volgens mij alleen voor hun eigen bestwil.
     
  15. tupp

    tupp VIP lid

    13 jun 2009
    22.790
    18.973
    113
    Vrouw
    lerares basisonderwijs
    Mijn vader is destijds niet eens naar een kleuterschool geweest, hadden ze niet in het dorp. Gelijk gestart in de eerste klas dus (nu groep 3) toen hij daar de leeftijd voor had. En hij is best goed terechtgekomen hoor. ;) Maar goed: al die kinderen in de 1e klas hadden nog niet eerder op school gezeten, dus die onderwijzer wist er vast wel raad mee. Maar het is nu inderdaad heel anders dan vroegah. En peuterspeelzaal is nu gewoon wat schoolser dan eerst. Niet in de zin van 'keurig in de rij en een uur je mond houden'. Maar als ze in de kring zitten en er is 1 kind dat om de minuut van zijn stoel valt of door de groep roept, wordt dat wel storend. En in de psz hebben ze vaak 2 leidsters op een stuk of 15 kinderen. Zij hebben dus veel gelegenheid om op een (kind-)vriendelijke, speelse manier aan te leren wat er uiteindelijk van ze verwacht wordt. Voor de juf van groep 1 of zelfs groep 1-2 die in haar eentje voor een groep van 20-35 kinderen staat, is dat gewoon een stuk moeilijker. Ik vind het dus alleen maar fijn dat hier op de psz al mee geoefend wordt. En dan vind ik als moeder van een 'stoel-valler-roeptoetert', als juf en als moeder van een toekomstig klasgenootjes van andere 'stoel-valler-roeptoeters'c ;)
     
  16. Warboel

    Warboel Fanatiek lid

    8 jan 2014
    3.541
    625
    113
    Weet je. Dat hij dingen leert is voor mij niet echt een probleem. Dat vindt hij leuk (man ik ben hele dagen bezig met tellen).

    Het 'probleem' is zijn enthousiasme. Hij kan zo opgaan in een 'lesje' of spel, dat hij onrustig wordt en zich gaat uitsloven.

    Wat mij dus een beetje tegen het hoofd stuitte was het woord 'strikt', want enthousiasme is in mijn ogen een positieve eigenschap, geen negatieve en hoop daarmee dus ook dat dit op een positieve manier getemperd wordt, zonder hem deze eigenschap af te leren.

    Ik herken het van wanneer zijn tantes ofzo op visite komen. Hij is dan zo blij dat hij het liefste uuuuren lang met zijn oom gaat voetballen, of met de autootjes spelen. Hij laat alles zien, wil alles delen en geniet er echt van.
    Gaat zich inderdaad uitsloven (op de grond laten vallen, breakdancen, gillen), alles om de aandacht te trekken. Iets wat hij niet doet als we samen zijn.
     
  17. tupp

    tupp VIP lid

    13 jun 2009
    22.790
    18.973
    113
    Vrouw
    lerares basisonderwijs
    Herkenbaar hoor. Onze zoon kan rustig spelen, tot de deurbel gaat.... Dan rent hij eerst 10 minuten als een dolle rondjes door de woonkamer. Letterlijk. Hij moet dan echt zijn enthousiasme even 'kwijt'. En dat is prima. Ok houd van enthousiaste mensen. Dat ben ik zelf ook. Enthousiast, uitbundig en druk. Het kan alleen niet altijd. En wat betreft 'strikt': vraag gewoon even na wat ze precies bedoelen. Het heeft een beetje een negatieve lading, maar ik moet zeggen dat ik niet één peuterleidster ken die 'strikt' in de traditionele / negatieve manier toepast. Wel consequent en misschien bepaalde kindjes iets meer sturing geven. Maar een beetje peuterjuf zal hem zeker ook de ruimte laten om zijn bewegingsdrang en enthousiasme voldoende kwijt te kunnen hoor!
     
  18. dds

    dds Fanatiek lid

    1 jan 2009
    3.936
    752
    113
    Leerkracht
    Drenthe

    Maar alleen functioneren is anders dan in een groep. In een groep moet je rekening houden met elkaar en niet "zomaar" opspringen of iets roepen. Dus als jouw zoon dit niet kan, dan zal hij daarin gestuurd moeten worden. Ik ga ervan uit dat de groepsleidsters dit prima kunnen.
     
  19. Jo79

    Jo79 VIP lid

    6 mei 2007
    25.068
    3.862
    113
    Herkenbaar, mijn zoontje is van baby af aan al druk. Op zijn derde was hij echt gewoon megadruk, ook op de psz. De leidsters zeiden dat ook, maar zagen in dat hij gewoon zo is, af en toe was het wel een beetje erg druk of kon hij moeilijk op zijn beurt wachten, tja, het zijn allemaal dingen die ze daar leren, maar dat hij daar soms moeite mee had, daarvan zagen ze ook wel dat het vooral door zijn enthousiasme kwam.
    Overigens, hij is nu nog druk hoor, de eerste 2 maanden op school waren erg wennen voor hem, maar sindsdien gedraagt hij zich in de klas meestal prima. Al heeft hij nu ook weer een juf die zegt dat het gewoon een echt jongetje is, ja, hij is wat wilder en drukker dan de meeste kinderen, maar het stoort haar meestal niet en zowel, ja, dan merkt hij dat wel.
    Denk dat je het een beetje moet treffen met leidsters en leerkrachten en de manier waarop ze er mee omgaan. Zou gewoon nog eens vragen wat ze in de praktijk wil doen om dat gedrag te begeleiden, misschien klonk het negatiever dan het is.
     
  20. Warboel

    Warboel Fanatiek lid

    8 jan 2014
    3.541
    625
    113
    "Sturen" klinkt al anders dan "strikt" aanpakken. En ik kan er vanuit gaan, maar wil ook graag weten hoe, wat en waar precies.
    Om meerdere redenen ;).
     

Deel Deze Pagina