een poesje uit drenthe liet zijn staartje permanenten een hondje die het zag schoot in de lach. er was een klein engeltje en die riep mama, je moet ontwaken om een versje in (naam kindje) album te maken
Gaat het eens een dag niet goed, heb je een dag van tegenspoed. Bedenk: achter iedere wolk, groot of klein is toch altijd zonneschijn Elfjes en kabouters, doen de wereld goed. Troosten waar verdriet is, helpen waar het moet. Wees als één van deze, wees een kleine elf. Denk eerst aan een ander en dan pas aan jezelf. Een vrolijk humeurtje, een zonnige lach, 't Is het levensdeuntje van iedere dag. Wees vrolijk en vriendelijk, voor groot en voor klein, dan zul je heel je leven, ook zelf gelukkig zijn. Begin de dag met een dansje, begin de dag met een lach. Wie vrolijk is in de morgen, die lacht de hele dag. Zeven kleine geitjes, liepen vrolijk in de wei. Wees net zoals die geitjes, altijd opgewekt en blij. Twee open ogen, een hartje van goud, een zuiver geweten, zorg dat je het behoud! Vind je in het leven, soms kommer en smart, toch leef je tevreden, met vreugde in je hart. Een zachte blik, een blij gelaat, een vriendelijk woord, een goede daad. Al lijkt het weinig wat je schenkt, je geeft meer dan je denkt! Dromen kunnen sprookjes worden, iedere nacht en ieder uur. Maar toch is jouw eigen leven, het allermooiste avontuur! Wees bevriend met kleine dingen, met de kleine bloem die bloeit, met de vogeltjes die zingen. Wees bevriend met de regendruppels en met de mooie zonnestralen. Wees bevriend met alle kinderen en je zult zelf gelukkig zijn. Als ik zou kunnen toveren, dan toverde ik voor jou, een ketting vol met toverballen, rood, geel en blauw. Zo'n balletje mocht je dan eten, bij verdrietjes en bij pijn. Om die snel weer te vergeten en opnieuw gelukkig te zijn. Wees ondeugend op z'n tijd, Maar wees steeds een flinke meid. Leer je les goed op de school. Ben je vrij, dan komt de jool. Zeg je mening flink en vrij. Maar wees niet brutaal daarbij. Wees steeds lief en eerlijk. het leven is dan heerlijk. Alle plaatjes aan de linkerkant Zijn figuren uit het sprookjesland. Je weet wel, dat zijn van die dingen Die grote mensen voor de kleintjes zingen. Over goede en slechte mensen, Een fee, die zegt, dat je iets mag wensen. De boze wolf en meer van die onzin, En dan ineens geloof je er niet meer in. Je staat dan zelf in 't grote leven En wil je al die kleinen geven Wat je zelf in je jeugd hebt gehad. Verhalen over Roodkapje en de Gelaarsde Kat. Toch bestaan ze echt, de goede fee, De boze wolf en heks, ze lopen mee, Tussen al die grote mensen En misschien zul je dan wensen, Dat je je hele lange leven Maar een kleuter was gebleven. Je bent in mijn ogen Een prachtig prinsesje Een stralende fee Een schitterend kind En alles in mij Wil je dolgraag vertellen Hoe grappig, hoe leuk En hoe lief ik je vind. Als ik toveren kon Toverde ik voor jou Een plekje in de zon Een hemel helder blauw Een liedje van plezier Een sterretje van goud Een hoedje van papier Omdat ik van je houd.