oh....had weer niet alles gelezen zie ik...het woord alleen viel me eigenlijk op .... Hier even een bloedserieuze vraag: Als je een zin hebt waar je MAAR in gebruikt....is het dan zo dat je , maar .... schrijft of mag je ook een nieuwe zin met Maar beginnen? Mag die , wel voor MAAR? Hoe ik hier bij kom...tekst voor het geboortekaartje. Zoals het er nu staat klopt het volgnes mij niet. HELLUP!
In een zin hoort er een komma voor 'maar'. Ik leer mijn leerlingen dat het niet netjes is om een zin met 'maar' te beginnen, maar dat betekent niet dat het pertinent niet is toegestaan. Beginnen met 'en' is bij mij in de les helemaal uit den boze, maar er zijn best wel situaties denkbaar waarin je het wel zou kunnen doen. Zeker in een gedicht of in losse zinnen hoeft het niet fout te zijn. Hoe is de tekst waarin je tegen dit probleem aanloopt? Groetjes, Esther!
@Elmo, je hebt gelijk: een nieuwe zin mag niet beginnen met maar en een komma voor maar is niet toegestaan, behalve als de zin anders te lang wordt om goed te kunnen volgen. Groetjes, Didier
Joh.. Ik geef Nederlands en ik leer mijn leerlingen om juist wel een komma te gebruiken, maar ben nu ineens verschrikkelijk aan mezelf aan het twijfelen...
Wanneer een komma? 1. Tussen twee hoofdzinnen zonder voegwoord. (Bij lange zinnen die zelf ook een komma bevatten, is een puntkomma beter.) 2. Alleen tussen hoofdzinnen met nevenschikkend voegwoord (en, maar, want) als de zinnen lang zijn of als de eerste hoofdzin eindigt met een bijstelling. De schoolmeestersregel die zegt dat er voor en nooit een komma mag staan, is onjuist (Schrijfwijzer). Uit het volgende voorbeeld mag blijken waarom: Te koop: een jonge koe, geeft per dag veertien liter melk en een goed vaarskalf. Bron: http://www.jagerneyndorff.nl/verheldering/spelling_interpunctie.html Groetjes, Didier
Konijn, wat mij betreft heb je gewoon bewezen dat je menselijk bent. Ieder mens vergeet toch wel eens wat? Alleen ik niet. (zei hij vol zelfspot) Groetjes, Didier
Misschien is het woord "kostwinnaar" jullie ook al wel een paar keer opgevallen? Ik ga niet terug zitten lezen, maar elke keer als ik het lees, gaan mijn haren overeind staan.
Oke dames, Hier de tekst zoals die op het geboortekaartje komt. Zouden jullie die dus alsjeblieft taalkundig 100% goed willen maken. Ik wil echt geen fouten in de tekst. Van sommige dingen dachten wij alleen maar te kunnen dromen maar met jouw geboorte is onze grootste wens uitgekomen. Moet er nog ergens een komma o.i.d. tussen? Hellup Elmo
ik zou zeggen na dromen... maar heeft een beetje een andere betekenis in die zin.. hoe zit dat nou dan met die regel van die komma, want ik ben heftig in de war...
Ja, na dromen zou ik ook zeggen. De drukkerij had na dromen een. De nieuwe regel is met "maar" begonnen. Dat lijkt mij niet goed.
nee in mijn beleving hoort het wel bij elkaar, maar haal je na dromen even adem zeg maar (mooi zin trouwens, zoveel gezegd met een paar woorden, niet te veel aan sleutelen!)
Na dromen en voor maar hoort inderdaad een komma. Onze taal.nl: Wanneer zet ik een komma? De komma is een van de moeilijkste leestekens in het Nederlands. Lastig is dat er geen officiële regels zijn die voorschrijven wanneer en op welke plaats kommas gebruikt moeten worden. Het belangrijkste uitgangspunt is dat we een komma gebruiken wanneer we bij het voorlezen een duidelijke pauze horen. Hoe langer de zin is, hoe meer behoefte we hebben aan een rustpunt in de zin, en dus aan een komma. In de volgende gevallen zetten we altijd een komma: In opsommingen: 'Zij schrijft artikelen, essays, romans, verhalen en columns.' Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden: 'Oma had een mooie, dure, groene kast.' (Meer voorbeelden vindt u hier.) Voor en na een bijstelling: 'Dekker, de minister van VROM, deed een nieuw voorstel.' Voor en na een uitbreidende bijzin: 'De cursisten, die goed Nederlands spreken, vinden die komma's niet moeilijk.' (Zie ook ons advies over de komma voor 'die' en 'dat'.) Na de aanhef boven een brief: 'Geachte heer/mevrouw,'. Voor en/of na een aanspreking: 'Sanne, heb je het naar je zin hier?', 'Lukt dat deze week nog, papa?', 'Luister, jongen, zo werkt dat niet.' Wij adviseren om ook tussen twee naast elkaar staande persoonsvormen een komma te zetten: 'Wat zij gezegd heeft, is heel opmerkelijk', 'Nu ik er langer over nadenk, vind ik het geen gek idee.' Alleen als de zin heel kort is, kan de komma achterwege blijven: 'Wat je zegt ben je zelf.' In het Nederlands bestaat de tendens om steeds minder komma's te plaatsen. Het uitgangspunt is steeds meer het zinsritme: horen we duidelijk een komma, dan schrijven we hem ook, maar moeten we zonder pauze doorlezen, dan blijft de komma achterwege ook als er twee persoonsvormen naast elkaar staan. In de praktijk staat er dus niet altijd een komma tussen twee persoonsvormen: 'Wat zij bereikt heeft is vooral te danken aan haar doorzettingsvermogen.' Zelf geven wij de voorkeur aan een komma tussen de persoonsvormen. Voor voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl zetten we meestal een komma: 'Zij vertelde het aan iedereen, hoewel de informatie vertrouwelijk was', 'Hij dacht er lang over na, aangezien hij veel tijd had.' (Maar we zetten meestal geen komma voor dat.) Ook voor en staat soms een komma. Zie ons advies daarover.