Omdat ik de eerste weken bv gegeven heb, ben ik nog nieuw in de flesvoeding en heb een aantal vraagjes. Ik weet dat je 150 x gewicht : aantal voedingen mag geven. Maar is die 150 dan de hoeveelheid water of de hoeveelheid water en poeder bij elkaar? Julia is 7 weken en weegt 5 kilo. Ik geef 120 cc + 4 en dat 3 flessen per dag de rest is nog bv (totaal 6 voedingen). Ik heb het idee dat ze na de fles nog honger heeft, zou dat kunnen? Stel dat ze straks 140 cc mag (even als voorbeeld!). Maak je dan een flesje van 150 cc en giet je hem dan tot 140 cc leeg? Alvast bedankt, Groetjes Wendy.
Die hoeveelheid is met de poeder erbij. Dus als ze per fles 120 mag hebben is dat 110 met water en 3 en driekwart schepje ongeveer. Ik deed altijd als Merel 120 mocht hebben zoals hierboven. Ik goot nooit iets weg. Dat is denk ik maar net wat je makkelijker vindt. Met 140 deed ik dan 125 water en 4,5 schepjes. Ik weet niet precies hoe het zit met de hoeveelheden als je bv en kv geeft op een dag.....
Je kunt de flesjes net als de borstvoeding gewoon op verzoek aanbieden. Als richtlijn voor de inhoud houd je dan het sommetje 115 (max 150) cc per kg/etmaal aan. De hoeveelheid slaat inderdaad op de hoeveelheid melk, dus water met poeder. Als je op verzoek de fles geeft, dan let je op de volgende dingen: -net als bij borstvoeding laat je je kind aangeven wanneer het eten wil -je kind bepaalt hoeveel het drinkt. Zit er nog wat melk in de fles als ze stopt met drinken, druk dat er dan niet in. Wil ze meer, dan kun je als je kunstvoeding en borstvoeding combineert, het beste na de fles nog even aanleggen. Dan tankt ze nog bij wat ze hebben wil en ze stilt haar zuigehoefte. -op de fles altijd een NEWBORNspeen, omdat ze aan de borst gewend zijn veel harder te zuigen. Met een grotere speen blijven ze na een fles onverzadigd. -speen NOOIT in de mond stoppen, maar met de speen over de lipjes aaien tot ze toehapt Ik weet niet wat je toekomstplannen zijn, maar op zich kun je kunstvoeding heel goed met borstvoeding combineren, je kunt rustig 2 of 3 voedingen zelf blijven geven, voor het gevoel, de gezelligheid en de antistoffen.