waar ligt wat?

In de lade van het dressoir.

Waar ligt je naald en draad?

 

In de naaidoos.

Waar liggen je mascara en lipstick?

 

in mijn handtas

waar het kattenvoer?

 

in de voerbak

strijkgoed

 

Al gestreken in de kast

Waar liggen jouw badslippers?

 

in de winkel

waar staat je fiets?

 

in de garage

waar hangt/ligt je muts

 

aan het garderobe rek

waar hangt je jas?

 

op de bank

je voorbehoedsmiddel

 

In m'n lichaam (heb de mirena)

Je theezakjes?

 

in de kastrek.

Waar liggen de suikers?

 

op tafel en in een doos

waar is je bankpasje?

 

In mn portomonnee


Je verzekeringspasje/papieren?

 

In mijn rijbewijsmapje.


Waar liggen je oude rijksdaalder, gulden, kwartje, dubbeltje en stuiver?

 

In een spaarpotje in de kast. Manlief heeft die set toen bij elkaar gespaard in een map en heeft ook de euromap nog.


Je kruiden?

 

In de rek in de keukenkast.

Waar liggen je Valentijnskaarten?

 

in de winkel

Waar is je huisdier?

 

Ze zijn nu aan het eten in de hal.


Waar liggen je kids?