Waar of niet waar

Niet waar

Degene onder mij is een avondmens

 

Waar

Degene onder mij heeft een blauwe auto

 

Waaar

Degene onder mij draagt nu een rok

 

Niet waar

Degene onder mij eet nu chocolade

 

Niet waar

Degene onder me heeft thuis een oven

 

waar

Degene hieronder fietst graag

 

Waar

Degene onder mij zingt onder de douche

 

Waar

Degene onder mij drinkt eigenlijk niet genoeg water.

 

Waar

Degene onder mij houd niet van kiwi's

 

Niet waar.

Degene onder mij draagt oorbellen.

 

Niet waar

Degene onder mij zou graag in een film willen spelen

 

Niet waar..

Degene onder mij volgt nog een opleiding of cursus

 

Niet waar

Degene onder mij is vandaag nat geregend

 

Niet waar.

Degene onder mij doucht 's avonds.

 

Waar.

Degene onder mij heeft vanmorgen een hond uitgelaten

 

Niet waar.

Degene onder mij draagt iets roods.

 

Niet waar.

Degene onder mij luistert nu naar de radio.

 

Niet waar

Degene onder mij eet een appel

 

Niet waar.

Degene onder mij heeft minstens drie parfumflesjes in de badkamer staan.

 

Waar

Degene onder mij kan goed overweg met haar buren.