ACHTERAF = min acht ALTVIOOL = Garmanise; oude viool ANTILOOP = middel tegen diarree ASBEST = toonzuivere As ASSORTIMENT = verzameling As-noten BASALT = Lage zangstem van een transseksueel BEDACHT = naast bed nummer zeven BESPAREN = Bes-noten in tweetallen BESTUREN = oogafwijking bij musici waarbij de ogen gefixeerd blijven op de Bes CHARLESTON = vat behorend tot het persoonlijk bezit van Prins Charles COMPOST = per brief ontvangen composities CONSERVATOR = keversoort die in het algemeen voorkomt in conservatoria CONTINENTEN = inenten op een delicate plaats van het lichaam DAKKAPEL = klein muziekkorps spelend op het dak DEGELIJK = hetzelfde als een D DEGENEREREN = term uit de elektronische muziek: een D opwekken DEMONTEREN = in een bestaand muziekstuk alsnog een D plaatsen DISSONANT = klinkend als ware het een Dis EILEIDER = autoritaire kip EMOTIE = voorstel tot componeren in E-groot ESKADER = muzikale omlijsting in Es FEMORAAL = mondige vrouw GANZENTONGEN = zoenen met een gans HARPISTE = onvoltooid verleden tijd van het werkwoord harpissen HOLLEEDER = leren string KAARSRECHT = recht om kaarsen te vervaardigen KALEBAS = mannelijke zanger zonder haargroei KIESKEURIG = tand in goede staat KOEPON = nachtgewaad voor rund KOORTSLIP = string KRAKELING = zoontje van een inbreker LEERSTOF = stof dat vrijkomt bij het vegen van het schoolbord LUCHTKOKER = kok in een vliegtuig MAGISTRAAL = toevoeging aan flauwe soep MALING = moeder van een chinees meisje METRONOOM = deskundige op het gebied van de ondergrondse MINIMAAL = kleine maaltijd MINISTER = heel kleine ster MISLEIDER = priester MUSICOLOOG = verleden tijd van musicoliegt NON-ACTIEF = drukdoende zuster OORDEEL = lel van oor PALING = vader van een chinees meisje PANAMA = vader laat moeder voorgaan PAPIER = zwaarlijvige Ier PAPIER = vader van een worm PISTON = in onbruik geraakt verouderd urinoir POLITICUS = zoen van een politieagent PROFEET = professor aan tafel RIJTUIG = stel boeven op een rij SCHOONGEMAAKT = niet ècht schoon SOFA = dalende secunde in relatieve notennamen SOFTENON = zachte zuster STAPHYLOCOC = kok met een stafopleiding STRAALJAGER = wildplassende jager SUPER-DE-LUXE = onbetaalde benzine THEOLOOG = Theo vertelde de waarheid niet TRAUMA = Schoonmoeder TRIANGEL = driepuntig steekorgaan bij wespen UITDRUKKING = einde van constipatie UITZONDERLIJK = begrafenisondernemer op reis UTERU = sovjet gynaecoloog UURWERK = werk dat per uur betaald wordt VAATOPERATIE = de afwas doen VERTROUWEN = in het buitenland trouwen VERZUIPEN = drinken in het buitenland VIOLIST = slimme truc met een viool Wie weet er nog meer???