Baby en kind

De hielprik

De hielprik
De hielprik
In de eerste week na de geboorte wordt er uit de hiel van je baby wat bloed afgenomen. Het bloed wordt onderzocht op een aantal zeldzame, erfelijke aandoeningen als aandoeningen aan de schildklier of bijnier, een bloedziekte en stofwisselingsziekten. Deze ziekten zijn niet te genezen maar bij een tijdige opsporing kan zeer ernstige schade worden voorkomen. De hielprik is niet verplicht, er zal altijd om toestemming gevraagd worden.

De uitvoering

Is je baby thuis dan komt een medewerker van de thuiszorgorganisatie of de verloskundige bij je thuis. Er wordt met een apparaatje een klein krasje in de hiel gemaakt. Vervolgens worden er een paar druppels bloed op een kaart opgevangen. Je baby kan dit even vervelend vinden, maar er zijn ook baby’s die lekker doorslapen. Als je baby nog in het ziekenhuis ligt wordt de hielprik daar gedaan.

Tips

Om de hielprik iets aangenamer te laten verlopen kan je een kwartier voor de prik de voetjes verwarmen door ze bijvoorbeeld in een bakje warm water te houden of een kruikje bij de voetjes te leggen. Door de warmte stroomt het bloed wat makkelijker. Tevens kan je je baby voeden, dit leidt de aandacht wat af.

Uitslag

Alleen als er 1 of meerdere aandoeningen zijn gevonden wordt er binnen vier weken contact met je opgenomen door je huisarts. Heb je na vier weken niets gehoord, dan is de uitslag goed. Het kan gebeuren dat er te weinig bloed is afgenomen of dat de uitslag van de hielprik niet duidelijk is. Dan moet de test opnieuw gedaan worden. Er wordt over de uitslag van de tweede hielprik altijd contact met je opgenomen. Dus ook als de uitslag goed is!

Zekerheid

Het kan zijn dat het onderzoek geen bloedafwijkingen laat zien, terwijl je baby wel een aandoening heeft. De hielprik geeft geen garantie dat je baby verder niets mankeert. Als je twijfelt of je baby wel gezond is, neem dan contact op met het consultatiebureau of je huisarts.