De CTG
Een CTG duurt minimaal 30 minuten, als je baby tijdens het CTG veel slaapt kan er besloten worden dit wat te verlengen. Een CTG kan zowel inwendig als uitwendig plaatsvinden. Tijdens de zwangerschap gaat het om de uitwendige methode. Hierbij krijg je twee verstelbare banden om je buik. Aan iedere band zit een meetapparaatje. De ene registreert de hartslag van je baby, de ander meet de weeën activiteit. Bij een meerlingzwangerschap komt er per kind een extra band bij om de hartslag per baby te meten.
De inwendige CTG wordt alleen tijdens de bevalling gemaakt. Als je ontsluiting hebt en de vliezen zijn gebroken kan er een elektrode op het hoofdje van de baby geplaatst worden die de hartslag registreert. In beide gevallen worden de metingen via de computer in een grafiek weergegeven.
Tijdens het onderzoek kan het voorkomen dat je de hartslag ineens niet meer hoort. Schrik niet! Het apparaat kan dan, bijvoorbeeld tijdens een wee, de hartslag even niet registreren.
Wanneer krijg je een CTG?
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom er een CTG gemaakt wordt:
- De verloskundige heeft minder goede harttonen gehoord
- Bij een hoge bloeddruk van de moeder (onderdruk hoger dan 90)
- Vermoeden van een groeiachterstand van je baby
- Wanneer je minder leven van de baby voelt
- Als je langer dan 10 dagen overtijd bent
- Bij het inleiden van de bevalling
Uitslag
De uitslag van een CTG is meteen bekend. Een gynaecoloog of verloskundige beoordeelt de registratie en zal de uitslag ook met je bespreken.