Zo’n 36-38 procent van de vrouwen in Noord-Brabant en Limburg die van hun eerste kindje bevallen krijgen een ruggenprik. Dit staat in schril contrast tot de provincies Drenthe en Flevoland, waar het percentage rond de 12 procent ligt. Maar waarom is dit verschil?
Seijmonsbergen: “De verschillen in de inzet van pijnbestrijding liggen mogelijk voor een deel aan de wensen van vrouw.” Daarnaast zou de beschikbaarheid van pijnbestrijding een rol kunnen spelen. Ze is echter van mening dat als een vrouw tijdens haar bevalling pijnbestrijding wil, haar woonplaats geen belemmering mag vormen. Elke vrouw heeft recht op gelijke mogelijkheden en gelijke kwaliteit van zorg.